4.2 Smeltpunt en kookpunt

§4.2 Smeltpunt en kookpunt
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

§4.2 Smeltpunt en kookpunt

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhaling H4.1
  • Stoffen herkennen aan de fase       (15 min)
  • Smeltpunt en kookpunt (15 min)
  • Kookpunt en luchtdruk (10 min)
  • Afsluiten (5 min)

Slide 2 - Diapositive

Onthoud H4.1
  •  Je hebt zuivere stoffen en mengsels. In een zuivere stof zit één soort moleculen. In een mengsel zitten minimaal twee soorten moleculen.
  •  Mengsels kun je zuiveren door scheidingsmethoden te gebruiken. Voorbeelden van scheidingsmethoden zijn filtreren en indampen. Bij het scheiden van stoffen sorteer je moleculen.
  •  De eigenschappen van een stof kun je alleen vaststellen door de zuivere stof te bekijken en te onderzoeken. Alleen dan weet je zeker of de onderzochte eigenschappen echt bij die ene stof horen.
  •  Enkele stofeigenschappen zijn geur, kleur, oplosbaarheid, elektrische geleiding en dichtheid.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen H4.2
4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur.
4.2.2 Je kunt het smeltpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.3 Je kunt beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
4.2.4 Je kunt het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.5 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.

Slide 4 - Diapositive

4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur

Slide 5 - Diapositive

Wel stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water
  • Elektrische geleiding
  • Dichtheid

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 6 - Diapositive

Elke stof heeft zijn eigen smeltpunt en kookpunt:
lager dan smeltpunt:
vaste stof
tussen smeltpunt en kookpunt:
vloeistof
hoger dan kookpunt:
gas 


Slide 7 - Diapositive

Graden celcius naar Kelvin

0 graden Celcius is 273 Kelvin

0 Kelvin is -273 graden Celcius


Slide 8 - Diapositive

Maak opdracht 1, 6 en 7

Slide 9 - Diapositive

4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur

Slide 10 - Diapositive

4.2.2 Je kunt het smeltpunt en het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Kookpunt & smeltpunt

Slide 13 - Diapositive

Kookpunt & smeltpunt

Slide 14 - Diapositive

Maak opdracht 2, 3, 8 en 9

Slide 15 - Diapositive

4.2.2 Je kunt het smeltpunt en het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.

Slide 16 - Diapositive

4.2.3 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.

Slide 17 - Diapositive

Luchtdruk en kookpunt
  • Als de luchtdruk lager wordt, gaat het kookpunt omlaag.
  • Als de luchtdruk hoger wordt, gaat het kookpunt omhoog.

Dat komt komt doordat dampbellen 
zich makkelijker kunnen vormen bij 
een lagere druk en moeilijker bij een 
hoge druk.

Slide 18 - Diapositive

4.2.5 Je kunt uitleggen waarom je bij het kookpunt ook de luchtdruk moet vermelden.

Slide 19 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Wat: maken opdracht 1 t/m 12 van §4.2
  • Hoe: online je mag muziek in
  • Hulp: Docent
  • Tijd: 20 minuten
  • klaar: maken test je zelf §4.2
timer
20:00

Slide 20 - Diapositive

Maak opdracht 4, 5 en 10
5c mag je overslaan

Slide 21 - Diapositive

Onthoud H4.2
  •  De fase van een stof is een eigenschap waar je een stof aan kunt herkennen. Er zijn drie fasen: de gasvormige, de vloeibare en de vaste fase.
  •  Het smeltpunt van een stof is de temperatuur waarbij een stof smelt. Als je een vaste stof verwarmt, dan zal hij gaan smelten. Als je doorgaat met verwarmen, zal de temperatuur niet verder oplopen. De toegevoerde warmte wordt dan gebruikt om de stof te laten smelten.
  •  Als je de vloeistof na het smelten weer afkoelt, begint hij op een gegeven moment te stollen. De temperatuur is dan even hoog als tijdens het smelten. Het smeltpunt is dus gelijk aan het stolpunt.
  •  Een stof kookt als in de gehele vloeistof dampbellen ontstaan. De temperatuur waarop een stof kookt noem je het kookpunt. Zolang de stof kookt blijft de temperatuur constant.

Slide 22 - Diapositive