Les 10 van de planner (H2)(vocabulaire)(M2)

lessonup.app
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

lessonup.app

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Mijn kennis over de vocabulaire van hoofdstuk 2 is weer lekker opgefrist.

- Ik kan de geleerde vocabulaire toepassen in reproductieopdrachten 

Slide 2 - Diapositive

Hebben jullie je leerwerk gedaan voor vandaag?
A
Oui, bien sûr madame...
B
Euh.. non...

Slide 3 - Quiz

In dat geval is het belangrijk om te weten dat:
- Als de lock down voorbij is, gaan we verder waar we thuis gebleven zijn. We hebben geen tijd voor herhaling.
- Er vrij snel na de lock down een schriftelijke toets zal plaatsvinden. 
- Er bij een langere duur van de lock down, zelfs binnenkort al een digitale toets zal plaatsvinden. 

Slide 4 - Diapositive

Met andere woorden
Zorg ervoor dat je je leerwerk bijhoudt en dat je geen achterstand oploopt.

Qua grammatica is dit het makkelijkste hoofdstuk van allemaal, dus je kunt flink scoren én je gemiddelde ophalen.

Ik vertrouw op jullie!
Verwachting
- Je bent aanwezig
- Je bent aanspreekbaar
- Je doet actief mee. Je antwoorden hoeven niet goed te zijn, maar ik wil wel zien dat je meedoet. 

Slide 5 - Diapositive

We gaan beginnen. Zijn jullie er klaar voor?
A
oui
B
non

Slide 6 - Quiz


Er volgen nu 3 fotovragen

Slide 7 - Diapositive

Maak een foto van:
Le pied

Slide 8 - Question ouverte

Maak een foto van:
La main

Slide 9 - Question ouverte

Maak een foto van:
Les yeux

Slide 10 - Question ouverte


Er volgen nu 10 multiple choice vragen

Slide 11 - Diapositive

1. Wat is de vertaling van:
presque
A
bijna
B
zelfs
C
dus
D
te veel

Slide 12 - Quiz

2. Wat is de vertaling van:
voir
A
tegen
B
zien
C
komen
D
voor

Slide 13 - Quiz

3. Wat is de vertaling van:
la gorge
A
de arm
B
het oor
C
het been
D
de keel

Slide 14 - Quiz

4. Wat is de vertaling van:
le cours
A
het ontbijt
B
de koorts
C
de les
D
de wedstrijd

Slide 15 - Quiz

5. Wat is de vertaling van:
bouger
A
eten
B
bewegen
C
groeien
D
slapen

Slide 16 - Quiz

6. Wat is de vertaling van:
aussi
A
jammer
B
ook
C
veel
D
dus

Slide 17 - Quiz

7. Wat is de vertaling van:
avoir faim
A
helemaal niet
B
deelnemen
C
honger hebben
D
rust maar lekker uit

Slide 18 - Quiz

8. Wat is de vertaling van:
le ventre
A
de gezondheid
B
de verpleegster
C
het vlees
D
de buik

Slide 19 - Quiz

9. Wat is de vertaling van:
Fais attention!
A
Let op!
B
Pas op!
C
misschien
D
rust maar lekker uit

Slide 20 - Quiz

10. Wat is de vertaling van:
le conseil
A
het lichaam
B
het advies
C
de fiets
D
de datum

Slide 21 - Quiz

Er volgen 5 open vragen

Slide 22 - Diapositive

1. Wat is de vertaling van:
Je prends trois aspirines par jour.

Slide 23 - Question ouverte

2. Wat is de vertaling van:
Je m'entraine deux fois par semaine.

Slide 24 - Question ouverte

3. Wat is de vertaling van:
Je ne me sens pas bien.

Slide 25 - Question ouverte

4. Wat is de vertaling van:
J'ai 39 de fièvre.

Slide 26 - Question ouverte

5. Wat is de vertaling van:
Tu es végétarien(ne)?

Slide 27 - Question ouverte

Les devoirs
Apprendre (leren):
- vocabulaire A, B, E, F en G
- de theorie over vraagzinnen
- de vraagwoorden van blz 26 
- de theorie over de ontkenning

Faire les exercices:
29, 30, 31 (en ligne)
Leer goed!
De volgende les staat in het teken van grammatica.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive