2 vwo - week 2 [CH5 phrases-clés C + grammaire D]

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre B
Ta trousse
Ton cahier
Startopdracht 
  1. Welke lichaamsdelen ken jij nog in het Frans?
Zakkie avec ton téléphone dedans
Connectez-vous sur LessonUp!
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre B
Ta trousse
Ton cahier
Startopdracht 
  1. Welke lichaamsdelen ken jij nog in het Frans?
Zakkie avec ton téléphone dedans
Connectez-vous sur LessonUp!

Slide 1 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      Leerdoelen
  1. Ik ken woorden die te maken hebben met het lichaam (lichaamsdelen).
  2. Ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans.

Slide 4 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
La santé

Slide 5 - Carte mentale

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Schrijf het dialoog uit in je aantekeningenschrift van situatie 1 en situatie 2.
1
2

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exemple
Ça va?
Qu'est-ce que tu as?
Tu vas voir le docteur?
Ça va?
Qu'est-ce que tu as?
Tu vas voir le docteur?
1
2

Slide 7 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Exemple
Ça va?
Non, j'ai eu un accident.
Qu'est-ce que tu as?
J'ai mal au genou.
Tu vas voir le docteur?
Oui, j'ai rendez-vous demain à neuf heures.
Ça va?
Non, j'ai eu un accident de ski.
Qu'est-ce que tu as?
J'ai mal à la cheville.
Tu vas voir le docteur?
Oui, j’ai rendez-vous à l’hôpital cet après-midi à seize heures et quart.
1
2

Slide 8 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Terugblik
1. Être en forme
2. Malade
3. Repose-toi bien
4. Rater
5. Avoir peur
6. Facile
7. Sûr(e)
8. Fais attention
9. C’est mieux
10. Bouger 
  1. le corps 
  2. la gorge 
  3. le ventre 
  4. le dos 
  5. la main 
  6. la jambe 
  7. le pied 
  8. le doigt 
  9. l’oreille v 
  10. les yeux m mv 
  11. partout 
  12. guérir
A
B

Slide 9 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés C
  1. Gaat het?
  2.  Nee, ik denk dat ik ziek ben.
  3. Ik voel me niet goed.
  4. Wat heb je?
  5. Ik heb hoofdpijn.
  6. Ik heb 39 graden koorts.
  7. Ik heb een ongeluk gehad.
  8. Ik heb een gebroken arm.
  9. Ga je naar de dokter?
  10. Ja, ik heb vanmiddag een afspraak.
  11. Nee, ik blijf in bed.
Traduisez les phrases en français. Lesquelles peux-tu traduire déjà?

Slide 10 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés C
  1. Gaat het?
    Ça va?
  2.  Nee, ik denk dat ik ziek ben.
    Non, je pense que je suis malade.
  3. Ik voel me niet goed.
    Je ne me sens pas bien.
  4. Wat heb je?
    Qu'est-ce que tu as?
  5. Ik heb hoofdpijn.
    J'ai mal à la tête.

Slide 11 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés C
  1. Ik heb 39 graden koorts.
    J'ai 39 de fièvre.
  2. Ik heb een ongeluk gehad.
    J'ai eu un accident.
  3. Ik heb een gebroken arm.
    J'ai le bras cassé.
  4. Ga je naar de dokter?
    Tu vas voir le docteur?
  5. Ja, ik heb vanmiddag een afspraak.
    Oui, j'ai rendez-vous cet après-midi.
  6. Nee, ik blijf in bed.
    Non, je reste au lit.

Slide 12 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Terugblik
Les devoirs
  • exercice ex. 9, 10, 11 page 16-19

Slide 13 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Grammaire D


  • Je ne mange pas de chocolat parce que je suis malade.
  • Ik eet geen chocolade omdat ik ziek ben.

  • Il ne fume plus depuis qu'il a eu un accident.
  • Hij rookt niet meer sinds hij een ongeluk heeft gehad.

  • Elle ne ressent rien après l'opération.
  • Ze voelt niets na de operatie.
La négation = de ontkenning

Slide 14 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Grammaire D

  • Nous ne sommes pas encore arrivés chez le médecin.
  • We zijn nog niet bij de dokter aangekomen.

  • Tu ne vas pas à l'hôpital aujourd'hui ?
  • Ga jij vandaag niet naar het ziekenhuis?

Slide 15 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


1. niet/geen
2. niet meer
3. nog niet
4. nooit
5. niets
Donc ..
ne .. pas
ne .. plus
ne .. rien
ne .. jamais
ne .. pas encore

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Fais une phrase négative.

Je suis à l'hôpital (ne .. pas).

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fais une phrase négative.

Tu es malade? (ne .. plus)

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fais une phrase négative.

Il mange parce qu'il a mal au ventre. (ne .. rien)

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fais une phrase négative.

Je suis tombé de l'escalier. (nooit)

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fais une phrase négative.

Tu as pris tes médicaments?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Réponds à la question, utilise la négation.

Tu as la grippe?
Non, .. (niet)

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Écouter
Exercice 16 page 22

Slide 23 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Au travail
Fais exercice ex. 16, 17, 18 page 22-25
Travaille avec ton voisin/ta voisine.
Aide: les blocs en vert (groene blokken)
Fini? Pratiquez vocabulaire B sur Quizlet
30 minutes
Quizlet: cliquez ici

Slide 24 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.



A

Slide 25 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Slim Stampen
  1. Ga naar SomToday -> Leermiddelen -> Grandes Lignes.
  2. Selecteer het boek.
  3.  Klik rechts op ''Geplande Taken''
  4. Klik op ''Toetsweek 1''
  5. Oefen grammaire D en H (chapitre 6)
    Klik op D: overhoren (helemaal onderaan - let op: chapitre 6!);
  6. Klaar?
    Klik op H: overhoren

Slide 26 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Vocabulaire A
Apprenez les mots du vocabulaire A, écris ces mots dans ton cahier!
1. Être en forme
2. Malade
3. Repose-toi bien
4. Rater
5. Avoir peur
6. Facile
7. Sûr(e)
8. Fais attention
9. C’est mieux
10. Bouger 

Slide 27 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Vocabulaire B
Apprenez les mots du vocabulaire B, écris ces mots dans ton cahier!

  1. le corps
  2. la gorge
  3. le ventre
  4. le dos
  5. la main
  6. la jambe
  7. le pied
  8. le doigt
  9. l’oreille v
  10. les yeux m mv
  11. partout
  12. guérir

Slide 28 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Exit ticket

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

    Begrippen uit deze les

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions