Present Perfect

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesson aim
At the end of the lesson, you will be able to recognize and understand the usage of the present perfect, apply it correctly in tasks and assignments, and know how to form this tense.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Je hebt 2 voorbeelden gezien van de PRESENT PERFECT.
Vertel zelf eens hoe deze tijd eruit ziet.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

4

Slide 7 - Vidéo

00:37
Schrijf de present perfects op die je net gehoord hebt

Slide 8 - Question ouverte

01:01
I Have......
I Have......
I Have......
A
Ran, crawled, scale
B
run, crawled, scaled
C
run, crawl, scaled
D
running, crawling, scaling

Slide 9 - Quiz

01:25
Vertaal in het Engels: Ik heb nog steeds niet gevonden waar ik naar op zoek ben.

Slide 10 - Question ouverte

01:53
Herschrijf de tekst met "She" als het onderwerp:
I have spoken with the tongue of angels
I have held the hand of a devil

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

PRESENT PERFECT
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 13 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN
  • JUST - NET
  • ALREADY - AL
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
  • ALWAYS - ALTIJD AL
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • SINCE - SINDS
  • FOR - ( AL
  • Ezelsbruggetje:  Fyne Jass ( zie booklet)

Slide 14 - Diapositive

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 15 - Quiz

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 16 - Quiz

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 17 - Quiz

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 18 - Quiz

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They haven't seen him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 19 - Quiz

Je hebt uitleg gehad en geoefend
met de PRESENT PERFECT.
Vertel wat heb je geleerd vandaag en wat vind je moeilijk?

Slide 20 - Question ouverte

Ik kan de present perfect herkennen
Ik kan de Present perfect zelf maken en toepassen in opdrachten
Ik snap het helemaal en kan zelf aan de slag
Ik snap het nog niets helemaal, even een beetje hulp en ik kan verder
ik snap er helemaal niets van. graag samen vragen maken

Slide 21 - Sondage

task
Find a song , like U2 in the beginning of this lessonup, that contains present perfect in its lyrics.

bring this song + lyrics to class. ( copy paste)
underline the present perfects.
submit this at the  beginning of the class 

Slide 22 - Diapositive

Homework
Words
Unit 1 lesson 5
Grammar: Lessonup present perfect
Readtheory: 2 texts per week. (end of the week 8 texts)

Study:
Words list + expressions U1: Lesson 2,3,4, 5
Grammar: tegenwoordige tijd, verleden tijd en toekomende tijd ( beide vormen = PS/PC + present perfect) + irregular verbs (booklet of achterin werkboek)


Slide 23 - Diapositive