Verschillende lijnen in de zorg/ nuldelijnszorg

Beroepstaak 2E - Schooldoelen
Beroepstaak 2E - Schooldoelen

  • Je legt het begrip nuldelijnszorg uit.
  • Je benoemt welke verschillende groepen in de nuldelijnszorg zitten.
  • Je geeft bij elke groep uit de nuldelijnszorg een voorbeeld hoe deze groep de lichamelijke gezondheid van de cliënt kan bevorderen.

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Beroepstaak 2E - Schooldoelen
Beroepstaak 2E - Schooldoelen

  • Je legt het begrip nuldelijnszorg uit.
  • Je benoemt welke verschillende groepen in de nuldelijnszorg zitten.
  • Je geeft bij elke groep uit de nuldelijnszorg een voorbeeld hoe deze groep de lichamelijke gezondheid van de cliënt kan bevorderen.

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van deze les.
- uitleg waar ons zorgstelsel voor staat
- uitleg in de verschillende lijnen van zorg 
- verwerkingsopdracht nuldelijnszorg en belang voor sociaal werk

Slide 2 - Diapositive

Waarom heeft Nederland een zorgstelsel?

Slide 3 - Carte mentale

Het zorgstelsel in Nederland heeft vier doelen:

1.Het geven van de benodigde zorg voor iedereen die dat nodig heeft.
2.Het *waarborgen van een goede kwaliteit van zorg.
3.De betaalbaarheid van de zorg *waarborgen
4. Het voorkomen van ziekten en daarmee zorggebruik.



*waarborgen= ervoor zorgen dat/ zekerheid geven

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat is nuldelijnszorg?
Nuldelijnszorg is ook de zorg door mantelzorgers, vrijwilligers en familie
Eén op de vijf mensen geeft in de loop van zijn leven gedurende enige tijd mantelzorg
Dat betekent dat veel patiënten op enig moment mantelzorg geven of ontvangen.

De nuldelijn staat daarnaast tevens voor preventie:
Het voorlichten en voorkomen van ziektes (landelijk borstkankeronderzoek etc)

Slide 7 - Diapositive

-

Slide 8 - Diapositive

Noem zorgverleners die onder de eerstelijnszorg vallen

Slide 9 - Carte mentale

1e lijnszorg
De eerste lijn zorg kun je rechtstreeks naartoe, je moet wel zelf om deze zorg vragen. De zorg is algemeen, alle zorgverleners in de eerste lijn zijn algemeen opgeleid en niet gespecialiseerd. 

De zorgverleners in de eerste lijn kunnen je door verwijzen naar een specialist dan kom je in de twee lijn zorg.

Slide 10 - Diapositive

Zorgverleners in de eerste lijn

Huisartsen, tandartsen, apothekers, fysiotherapeuten en thuisverpleging.



Slide 11 - Diapositive

2e-lijnszorg
In de tweede lijn werken zorgverleners die gespecialiseerd zijn. Als je zorg wilt krijgen van een specialist moet je daar een verwijzing voor hebben.

Hiervoor ga je eerst langs bij een eerstelijnszorgverlener, meestal is dat de huisarts of tandarts 


Slide 12 - Diapositive

Naar wie kan een huisarts een patiënt doorverwijzen?

Slide 13 - Carte mentale

Zorgverleners in de tweede lijn 

Alle zorgverleners in het ziekenhuis of specialisten bijvoorbeeld een longarts, cardioloog of gynaecoloog. 

Let op! Dit zijn allemaal zorgverleners waar je een verwijzing van je huisarts voor nodig hebt

Slide 14 - Diapositive

3e-lijnszorg
In de derde lijn heb je academische ziekenhuizen en specialistische centra. Of bijvoorbeeld laboratoria die bloed onderzoeken voor een 1e of 2e-lijnszorgverlener. 

Het zijn ondersteuners van de tweede lijn zorgverleners.

Slide 15 - Diapositive

Verwerkingsopdracht
In tweetallen. Schrijf je antwoorden op. Hierna klassikale terugkoppeling.
  1. Wat is nuldelijnszorg volgens jou? Geef een korte omschrijving.
  2. Waarom is het belangrijk voor mensen om een goed netwerk van vrienden, familie of mantelzorgers te hebben?
  3. Hoe kan dit netwerk helpen om problemen te voorkomen, voordat professionele zorg nodig is?
  4. Noem twee instanties die werken in de nuldelijnszorg
  5.  Kan je terecht zonder verwijzing van je huisarts bij een specialist (tweedelijnszorg) in het ziekenhuis?
  6. Wat zou jij als sociaal werker kunnen doen om het netwerk rondom cliënten te versterken?

timer
7:00

Slide 16 - Diapositive