V1 Semaine 50 - online les ontkenning

Tes objectifs
  1. Na de les kan ik de ontkenning gebruiken in een zin.
  2. Ik heb exercice 31, 32 en 33 van chapitre 2 gemaakt en nagekeken.
  3. Ik weet hoe ik zelf eenvoudige zinnen kan maken met de zinnen en woorden uit Chapitre 2.
  •  
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Tes objectifs
  1. Na de les kan ik de ontkenning gebruiken in een zin.
  2. Ik heb exercice 31, 32 en 33 van chapitre 2 gemaakt en nagekeken.
  3. Ik weet hoe ik zelf eenvoudige zinnen kan maken met de zinnen en woorden uit Chapitre 2.
  •  

Slide 1 - Diapositive

Ensemble, on fait ex. trente-et-un a b, p. quatre-vingt-huit ;-)
a. Lis les phrases. Onderstreep de woorden.

b. Écoute et souligne la phrase que tu entends (die je hoort).

1V Chap. 2 ex. 31c

Slide 2 - Diapositive

Uitleg / Instruction: de ontkenning

Slide 3 - Diapositive

Plaats in de zin
Ontkenning bestaat uit twee delen: ne ... pas

ne zet je voor de persoonsvorm (1e werkwoord)
pas zet je na de persoonsvorm (1e werkwoord)

Voor een klinker (a, i, o, u) of stomme h (habite) verandert ne in n'

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden
Je regarde le film - Je ne regarde pas le film.
Anne habite à Utrecht - Anne n'habite pas à Weert

Let op: het werkwoord is meestal het tweede woord in de zin!



Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Even oefenen...
Souligne les verbes. Puis complète avec ne/n' et pas.
1. Elles _______ travaillent _________ au marché.
2. Tu _______ aimes ______ le brie?

Souligne les verbes. Puis fais des phrases négatives (ontkennend)
1.  Le monsieur cherche le supermarché.
2. Vous achetez le parfum?

Slide 9 - Diapositive

Les réponses
32a
  1. Werkwoord = travaillent > Elles ne travaillent pas au marché.
  2. Werkwoord = aimes > Tu n'aimes pas le brie?

32b
  1. Le monsieur ne cherche pas le supermarché.
  2. Vous n'achetez pas le parfum?

Slide 10 - Diapositive

Maak je keuze!
  1. Ik snap het en ga zelfstandig oefenen met ex. 32 a b c en ex. 33 > je maakt je opdrachten online en komt 10 min voor tijd terug in de les.
  2. Ik vind het nog lastig en wil de opdrachten samen maken.  Je blijft in de les en we maken samen de opdrachten.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Kun je nu in het Frans een zin ontkennend maken (niet/geen)?
A
Ja, makkelijk.
B
Ging best goed.
C
Vind het nog lastig.
D
Ik heb nog extra uitleg nodig.

Slide 13 - Quiz

En autonomie
Faire:
- Afmaken ex. 31, 32, 33 (als nog niet af)
- Vlog stap 5: Film & edit je vlog. Volgende week inleveren!

Apprendre:
- Apprends Ch 2: H Grammaire et écrire - de ontkenning (p. 95).
- Répète Ch 2: vocabulaire A et B (p. 92).
- Répète Ch 2: phrases-clés C (p. 93).

- Répète Ch 2: phrases-clés C (p. 93).

Slide 14 - Diapositive