Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H3 Oorlog en Crisis
Samenvatten
Welkom!
2MH
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Aan het einde van de les ben je goed voorbereid op het proefwerk van hoofdstuk 3, paragraaf 1, 2, 3 en 4
2 groepen
Links -> Zelfstandig en stil leren (Afsluiting maken)
Rechts -> Doet mee met klassikaal samenvatten
Planning
Absentie
Herhalen en samenvatten
Leren voor PW
Huiswerk
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
H3
Eerste Wereldoorlog en de tijd eromheen
Ong.
1900 tot 1933.
Die periode is een stukje van de tijd van wereldoorlogen (1900-1950).
Slide 3 - Diapositive
Eerste Wereldoorlog
Rusland wordt Communistisch
Vrede
De economische wereldcrisis
1933
Slide 4 - Diapositive
§3.1 De Eerste Wereldoorlog
§3.2 Rusland wordt communistisch
§3.3 Vrede
Repetitie hoofdstuk 3
Week 9
§3.4 De economische wereldcrisis
Herhaling
Slide 5 - Diapositive
Augustus 1914
Franse, Britse en Duitse soldaten enthousiast naar het front
Veel soldaten wilden graag vechten voor hun vaderland.
Ze dachten dat de oorlog een spannend avontuur zou zijn.
Met allerlei nieuwe wapens zouden ze snel winnen.
''Vóór kerst zijn we weer thuis!''
Maar het ging heel anders.
Ruim 4 jaar oorlog en miljoenen verloren levens
Einde 1918
Slide 6 - Diapositive
Grote politieke en economische gevolgen.
Duitsland grote economische crisis: veel mensen werden straatarm.
Sommige landen verdwenen: Oostenrijk-Hongarije.
Andere landen kregen een heel andere regering: Rusland.
Slide 7 - Diapositive
Alleen vechten was misschien niet zo'n goed idee. Daarom waren landen bondgenoten van elkaar geworden. Er waren twee bondgenootschappen: de Geallieerden (rood in de kaart) en de Centralen (blauw in de kaart).
Bekijk de kaart en sleep de vlaggen naar de juiste plek. Was een land neutraal? Sleep de vlag dan naar het groene vak. Klik op de vlag om de naam van het land te zien.
Neutraal
Centralen / Triple Alliantie
Geallieerden / Triple Entente
Frankrijk
Duitsland
Rusland
Verenigde Staten
Oostenrijk-Hongarije
Nederland
Groot-Brittannië
Turkse Rijk
Slide 8 - Question de remorquage
Bondgenootschappen
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Begrippen
Het Von Schlieffenplan: Plan om FR via BE binnen te vallen
Blitzkrieg: Snelle manier van oorlogsvoering
Sitzkrieg: Oorlog die vast komt te zitten
Tweefrontenoorlog: Oorlog die op 2 fronten afspeelt
Totale oorlog: Oorlog waarbij ALLES wordt ingezet
Censuur: Weglaten of verwijderen van bepaalde verboden info
Propaganda: Sterke en eenzijdige reclame voor personen en politieke ideeën
Militarisme: Voorliefde voor militair vertoon
Nationalisme: Voorliefde voor het vaderland
Slide 12 - Diapositive
Westelijk front potdicht
Veel doden door loopgravenoorlog (Slag van Verdun - 1.000.000< jonge mannen dood.
Italië verruild bondgenoten
1917 jaar van keerpunten:
Rusland door revolutie uit de oorlog
Amerika doet mee met de oorlog (zimmermanntelegram / lusitania)
Vers bloed, jonge Amerikanen komen aan op front - geallieerden standhouden
1918: Duitse bevolking is oorlogsmoe en komt in opstand. Legerleiders zien zich genoodzaakt om de oorlog te stoppen.
WO1 verloop
Slide 13 - Diapositive
WOI duurde van ... tot ...
A
1910-1919
B
1914-1919
C
1914-1918
D
1910-1980
Slide 14 - Quiz
Wat is geen oorzaak van WOI?
A
Economische crisis
B
Militarisme
C
Nationalisme
D
Modern Imperialisme
Slide 15 - Quiz
Wat is de aanleiding van WOI?
A
militarisme
B
wapenwedloop
C
vorming van het bondgenootschap de Centralen
D
moord op Franz Ferdinand
Slide 16 - Quiz
Waarom was de Eerste Wereldoorlog een moderne oorlog?
A
Er werden nieuwe wapens gebruikt.
B
Er werden loopgraven gegraven.
C
De soldaten schoten op elkaar.
D
Meerdere landen waren erbij betrokken.
Slide 17 - Quiz
Weet je het nog?
Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland vormden samen de Triple Entente in Wereldoorlog I.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
Onvrede en verandering
Rond 1900
Ontevreden:
De keizer/tsaar had alle macht
Groot verschil in rijk en arm
Weinig industrie
Meeste Russen waren arme boeren
Eén groep mensen wilde een samenleving waarin iedereen ongeveer evenveel macht én bezit had - Communisten
Slide 20 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
Onvrede en verandering
Onrust door WO1
De oorlog verliep erg slecht
Miljoenen Russische soldaten sneuvelden door gebrek aan wapens, munitie, voedsel en kleding
Voedseltekorten
-> protesten tegen keizer + regering
Stakingen en Demonstraties
Dit was het begin van de Russische Revolutie
Slide 21 - Diapositive
Wat hoort niet bij het communisme?
A
Een klasseloze maatschappij
B
Iedereen heeft evenveel bezit
C
Iedereen heeft evenveel macht
D
De ene persoon verdient meer dan de ander
Slide 22 - Quiz
§3.2
Rusland wordt communistisch
Onvrede en verandering
Russische revolutie
Februari 1917: de tsaar wordt afgezet en gevangen genomen
Er komt een voorlopige regering
Oorlog wordt voortgezet
Lenin beloofd brood, vrede en land
Oktober 1917: communisten grijpen de macht
Dus eigenlijk 2 Revoluties; De Februari-Revolutie en De Oktober-Revolutie
Slide 23 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
De Sovjet-Unie
Begrippen:
planeconomie
propaganda
massacommunicatie
Sovjet-Unie
1 politieke partij toegestaan: communistische partij
Iedereen gelijk
Grond en fabrieken bezit Sovjet-Unie
Mensen opvoeden tot goede communisten
Slide 24 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
De Sovjet-Unie
1 politieke partij toegestaan: communistische partij
Iedereen mocht lid worden
Kleine groep communisten bestuurden het land
Slide 25 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
De Sovjet-Unie
Iedereen gelijk
Iedereen dezelfde rechten
Mannen en vrouwen gelijk
Iedereen zelfde loon
Onderwijs voor iedereen
Gratis gezondheidszorg
Slide 26 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
De Sovjet-Unie
Grond en fabrieken bezit Sovjet-Unie
Landbouwgrond opnieuw verdelen
Elke boer een stukje grond
Opbrengsten afstaan aan communistische partij
De regering bepaalde wat en hoeveel er in fabrieken werd gemaakt
Fabrieken mochten geen winst maken, maar doelen van de partij halen
Planeconomie
Slide 27 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
De Sovjet-Unie
Mensen opvoeden tot goede communisten
Goede communisten werkten hard en hielpen de Sovjet-Unie vooruit
Propaganda
- posters
- kranten
- film
- radio
Massacommunicatie
Slide 28 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
Leven in een dictatuur
Dictatuur
Kritiek op de partij verboden
Partij bepaalde wat er op scholen, bieb, vakbonden en clubs geleerd en gezegd mocht worden
Geheime politie
Strafkampen in Siberië
Beginjaren:
Boeren en arbeiders steunen het communisme
- recht op medische zorg
- recht op scholing
- beter salaris
Slide 29 - Diapositive
§3.2
Rusland wordt communistisch
Leven in een dictatuur
Tegenstanders
Mensen die macht en bezittingen kwijt raakten
- adel
- fabriekseigenaren
Voorstanders van democratie
Politieke partij liet tegenstanders oppakken
Door angst de macht houden
Slide 30 - Diapositive
Het Interbellum
Wat is dat nou eigenlijk?
Latijns: inter = tussen \ bellum = oorlog
De tijd tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog
1918 t/m 1939
Slide 31 - Diapositive
november 1918 Wapenstilstand
Duitsland kreeg een nieuwe democratische regering
Koste wat kost voorkomen dat DU ''Wéér'' een oorlog zou beginnen
Verdrag van Versailles
1919: tussen Geallieerden en Duitsland
Duitsland kreeg volledige schuld
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Vidéo
Verdrag van Versailles
Duitsland zelf niet aanwezig
Duitsland schuldig
Veel land afstaan
Leger maximaal 100.000 man
Enorme herstelbetalingen
aantekening
Slide 36 - Diapositive
Verdrag van Versailles
Schuldbetalingen: Duitsland moest 132 miljard mark in goud betalen aan de geallieerden. Dit geld was bedoeld om de oorlogsschade in Frankrijk en België te herstellen.
Afstaan grondgebied: Duitsland raakte grondgebied en zijn koloniën kwijt.
Leger inkorten: Het Duitse leger mocht niet groter zijn dan 100.000 soldaten.
Demilitariseren van gebied: Duitse soldaten mochten niet in het grensgebied met Frankrijk en België komen.
Slide 37 - Diapositive
Opkomst fascisme
ultra-nationalistisch
Belangen eigen volk voorop
Groep boven individu
Alles in dienst van welvaart en macht
Geweldsverheerlijking
Aantekening
Als gevolg op wat we behandelden in de vorige les:
Slide 38 - Diapositive
Voorspoed in de VS
Grootste economische macht
Consumptiemaatschappij: een maatschappij waarin mensen geld hebben voor luxeproducten, zoals radio’s, koelkasten en stofzuigers
Leningen bij de bank en aandelen
Amerikanen geloofden dat die welvaart het gevolg was van de vrijemarkteconomie: een economie waarin vraag en aanbod de prijzen en lonen bepalen.
– oftewel vraag en aanbod –
Slide 39 - Diapositive
§3.3
Vrede
Voorspoed in de VS
Vorige keer
Na de Eerste Wereldoorlog groeide de economie van de VS hard:
in Europa kon lange tijd minder voedsel verbouwd worden
in Europa waren fabrieken kapot geschoten
de VS kon veel goederen verhandelen met Europa
Reactie van de Amerikaanse burgers:
steeds minder geld nodig voor hun basisbehoeften
- woning - eten
Dit kwam omdat lonen stegen en prijzen omlaag gingen
Zo wordt Amerika een consumptiemaatschappij.
= Een maatschappij waarin mensen geld hebben voor luxeproducten: radio, koelkast, stofzuigers
Slide 40 - Diapositive
§3.3
Vrede
Voorspoed in de VS
Amerikaanse burgers willen steeds meer
zij lenen geld van de bank en kopen meer luxeproducten zoals een auto
Amerikaanse bedrijven willen steeds meer:
zij lenen geld van de bank en kopen betere machines of bouwen nieuwe fabrieken
Bedrijven verkopen aandelen:
een aandeel is een stukje eigendom van het bedrijf
gaat het goed met het bedrijf, dan is je aandeel veel geld waard
de waardes van de aandelen stijgen jarenlang tot enorme hoogten
Slide 41 - Diapositive
§3.4
De economische wereldcrisis
De crisis breekt uit
Maar dan!
Crisis!
In 1929 komt er een einde aan de groei van de Amerikaanse economie:
Bedrijven verkochten minder, maakten minder winst
Veel Amerikanen waren bang dat aandelen minder waard werden. Ze gingen ze te koop aanbieden
Op 1 dag werden miljoenen aandelen te koop aangeboden
Aandelen waren in 1 klap niets meer waard
Begrip:
Economische crisis
Slide 42 - Diapositive
§3.4
De economische wereldcrisis
De crisis breekt uit
Dit had grote gevolgen:
Veel banken, bedrijven, burgers raakten hun geld kwijt banken gingen failliet
- bedrijven gingen failliet
- mensen raakten werkloos
- zij konden leningen niet terugbetalen aan de bank
- zij kochten minder
- nog meer banken gingen failliet
- nog meer bedrijven gingen failliet
miljoenen mensen raken werkloos
De Verenigde Staten belandt in economische crisis.
= Een periode waarin het slecht gaat met de economie.
Slide 43 - Diapositive
§3.4
De economische wereldcrisis
De crisis breekt uit
Reactie Amerikaanse regering:
In eerste instantie: zij doen niks. Denken dat de crisis wel vanzelf wordt opgelost.
Dit gebeurde niet: - 1929: 1 1/2 miljoen werklozen - 1932: 12 miljoen werklozen
1933: een nieuwe president: Franklin Roosevelt. Plan om de crisis op te lossen: - grote bouwprojecten zoals wegen, stuwdammen. - 100.000den mensen kwamen zo weer aan het werk
Slide 44 - Diapositive
§3.4
De economische wereldcrisis
Wereldcrisis
Amerikaanse economische crisis
werd economische wereldcrisis
De economische crisis was merkbaar over de hele wereld:
bedrijven verkochten minder en maakten minder winst
werkloosheid nam toe
handel tussen verschillende landen nam af.
Vanaf 1930: wereldwijde economische crisis.
Ook in Nederland:
Minder handel, dus minder werk in scheepvaart en havens.
Bedrijven verkochten minder producten
Bedrijven ontsloegen personeel of gingen failliet
1936: 25% werkloos
En in Duitsland:
De economie stort compleet in
1932: 33% werkloos
Mensen verloren alle hoop in de toekomst en in de democratisch gekozen regering.
Slide 45 - Diapositive
§3.3
Vrede
Het fascisme
Kenmerken van het fascisme:
Eén sterke leider die alle macht heeft en problemen snel kan oplossen - iedereen moet hem gehoorzamen, want hij weet wat het beste is voor het land
Eén sterke eenheid van het volk maken: - burgers zetten zich massaal in voor het land - voor mensen met een andere mening is geen ruimte
Extreem nationalisme - hun volk is beter dan andere volken - willen hun land groot en machtig maken
Geweld gebruiken om je doel te behalen is normaal - door te vechten laat je zien hoe sterk je bent - fascisten dragen vaak uniformen en marcheren door de straten
Even terugkijken!!!
Slide 46 - Diapositive
§3.4
De economische wereldcrisis
Het fascisme groeit
Door de economische crisis, groeit de populariteit van partijen met radicale ideeën. (Fascisme / Communisme)
Zo ook in Duitsland.
Daar verloren veel mensen het geloof in de democratisch gekozen regering. Hun stemmen gingen naar een nieuwe partij: Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) van Adolf Hitler
Begrippen:
NSDAP
nationaalsocialisme
NSB
Slide 47 - Diapositive
§3.4
De economische wereldcrisis
Het fascisme groeit
De ideeën van Hitler spraken mensen erg aan:
Duitsland had een machtige leider nodig om problemen op te lossen
Het volk moet een eenheid zijn en luisteren naar zijn leider
De overheid mag geweld gebruiken om voor elkaar te krijgen wat ze willen
Duitsland moest weer sterk worden, het Verdrag van Versailles moest verdwijnen
De Joden kregen de schuld van alle economische problemen
De ideeën van Hitler lijken veel op die van Mussolini.
1 groot verschil: Hitler had grote haat tegen de Joden.
De ideeën van Hitler noemen we nationaalsocialisme
Slide 48 - Diapositive
§3.4
De economische wereldcrisis
C
Het fascisme groeit
Nederland kreeg ook een fascistische partij: de NSB.
(Nationaalsocialistische Beweging)
Leider: Anton Mussert.
Veel ideeën gekopieerd van Adolf Hitler.
De crisis zorgt ervoor dat de NSB gaat groeien, maar nooit groter dan 8%