Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Leesvaardigheid V6
Oriëntatietoets Examenbundel:
'Historici, durf lessen te trekken!'
Slide 1 - Diapositive
Welk woord (uitdrukking) begrijp je niet?
Slide 2 - Carte mentale
Vraag 1. Wat heeft deze tekst je geleerd?
Slide 3 - Question ouverte
Vraag 2. De inleiding bestaat uit alinea 1 en 2. Waar kun je dat uit afleiden?
Slide 4 - Question ouverte
Vraag 3. Welke kritiek heeft Bregman op politici?
Slide 5 - Question ouverte
Vraag 4. Welk bezwaar heeft Bregman tegen het meeste historische onderzoek? Baseer je antwoord op alinea 5 t/m 8.
Slide 6 - Question ouverte
Vraag 5. In alinea 6 staat een argumentatie (standpunt + argument). Geef het standpunt en het argument/de argumenten in je eigen woorden weer.
Slide 7 - Question ouverte
Vraag 6. Welke drogreden kun je in de voorgaande argumentatie herkennen?
Slide 8 - Question ouverte
Vraag 7. 'Tot overmaat van ramp vervlocht deze professionalisering zich met het postmodernisme en sindsdien is alles "tekst en interpretatie" en is ieder moreel oordeel uit den boze' (alinea 10). Bekijk in voetnoot 1 wat er onder 'postmodernisme' wordt verstaan en leg deze zin in je eigen woorden uit.
Slide 9 - Question ouverte
Vraag 8. Wat is de belangrijkste functie van alinea 12 ten opzichte van de voorgaande alinea?
A
afweging
B
toegeving
C
uitwerking
D
verklaring
Slide 10 - Quiz
Vraag 9. 'Gelukkig zitten er ook groene ballen in de grabbelbak van het verleden' (alinea 13). Leg in maximaal 20 woorden uit wat de schrijver hiermee bedoelt.
Slide 11 - Question ouverte
Vraag 10. Welke aanbeveling wordt er NIET in de tekst gedaan?
A
Historici moeten boeiender schrijven over hun vak.
B
Historici moeten hun werk maatschappelijk relevanter maken.
C
Historici moeten bewaken dat de geschiedenis correct wordt weergegeven.
D
Historici moeten meer voorbeelden aan de actualiteit ontlenen.
Slide 12 - Quiz
Vraag 11. Hoe kun je deze tekstsoort het beste omschrijven?
A
als een polemiserende tekst met beschouwende elementen
B
als een informerende tekst met betogende elementen
C
als een activerende tekst met polemiserende elementen
D
als een beschouwende tekst met betogende elementen
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
Vraag 12. In welk opzicht sluit dit fragment goed aan bij de tekst?
Slide 15 - Question ouverte
Huiswerk volgende les
Maak de oriëntatietoets.
Controleer je antwoorden met de antwoordbladen (toegestuurd via chat).
Schrijf eventuele vragen over de antwoorden op ter bespreking in de volgende les.