Recap: Past simple en past continuous

Welcome back 4A
Past simple and 
past continuous
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome back 4A
Past simple and 
past continuous

Slide 1 - Diapositive

Past Simple:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 2 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Past Continuous
- Wanneer gebruik je de Past continuous?
De Past continuous gebruik je om te zeggen dat iets in het verleden aan de
 gang was.

-  Hoe maak je de Past continuous?
De Past continuous bestaat uit was of were gevolgd door werkwoord + ing:
Billy was thinking about baseball.
We were talking to the president.


Slide 9 - Diapositive


Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets een tijdje bezig of aan de gang was in het verleden.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 10 - Quiz

Past Continuous:
Welke zin staat in de Past continuous?
A
They were living in poverty.
B
They are living in poverty.
C
They lived in poverty.
D
They have been living in poverty.

Slide 11 - Quiz

Zet de zin in de
past continuous.
A
am/is/are sleeping
B
was/were sleeping
C
slept
D
have been sleeping

Slide 12 - Quiz

Past Simple vs. Past Continuous
Wanneer gebruik je Past Continuous?

  • Je gebruikt de Past Continuous om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje duurde of een tijdje aan de gang was. 

  • Het verschil met de Past Simple is dus dat de Past Simple gaat om een moment, terwijl de Past Continuous gaat over een langere gebeurtenis


Slide 13 - Diapositive

Example: When the 2nd world war .................(begin) they ...................(live) in London
Hoe moet je het invullen: 

began-were living

When World War II began they were living in London

Slide 14 - Diapositive

I ______ when I ______ a loud noise. (sleep/ hear)

Slide 15 - Question ouverte

The thunderstorm ______ when she ______ (start / run) down the hill

Slide 16 - Question ouverte

Ik begrijp wat ik moet doen bij Past Continuous & Past Simple ?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 17 - Quiz