RECAP ONDERNEMEN P1 ROY

Hallo allemaal
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
OndernemenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hallo allemaal

Slide 1 - Diapositive

RECAP:
WAT GAAN WE DOEN

QUIZ Over periode 1:
Belastingen, rechtsvormen, omzet belasting, inkomstenbelasting, voordeelregelingen, juridische steun, kamer van koophandel

Slide 2 - Diapositive

Het is mogelijk om te van rechtsvorm te veranderen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Welke rechtsvormen hebben geen winstoogmerk?
A
Eenmanszaak en VOF
B
BV
C
Stichtingen en Verenigingen

Slide 4 - Quiz

Bij deze rechtsvormen ben je PRIVE aansprakelijk
A
VOF en BV
B
Eenmanszaak en VOF
C
Eenmanszaak en stichting
D
BV en VOF en stichting

Slide 5 - Quiz

Persoon A heeft 537 euro verdiend exclusief 21% BtW. Hoeveel heeft hij inclusief BTW verdiend?
A
€500,-
B
112,77
C
€649,77
D
€600,-

Slide 6 - Quiz

Persoon B heeft een uurprijs van 101 euro per uur, daar moet nog 21% BTW bij voor de factuur, wat wordt dan zijn uurloon?
A
€75,-
B
€21,21
C
€212,21
D
€122,21

Slide 7 - Quiz

Persoon A heeft 350 euro verdiend met onderwijs werkzaamheden, voor hoeveel euro mag hij de factuur sturen?
A
€350
B
€423,50
C
€276,50
D
€300

Slide 8 - Quiz

Persoon B heeft een uurprijs van 75 euro per uur (inclusief 9% BTW), wat is dan zijn uurloon exclusief BTW?
A
€81,75
B
€68,25
C
€102,88
D
€65,23

Slide 9 - Quiz

Sleep de juiste rechtsvorm naar de juiste bestemming
Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid
Rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid
Stichting
Eenmanszaak
BV
Vereniging
VOF

Slide 10 - Question de remorquage

Omschrijf omzetbelasting?

Slide 11 - Question ouverte

Hoeveel tarieven van de omzetbelasting bestaan er in ons land? En wat zijn de percentages?

Slide 12 - Question ouverte

Wie moeten inkomstenbelasting betalen?
A
Alleen bedrijven die winst maken.
B
Alleen werknemers die in loondienst zijn.
C
Iedereen die in ons land woont.
D
Iedereen die in ons land een inkomen heeft.

Slide 13 - Quiz

Persoon A heeft 18000 euro aan belastbaar inkomen. Hoeveel belasting moet persoon A betalen?

Slide 14 - Question ouverte

Persoon A heeft 69.000 euro aan belastbaar inkomen. Hoeveel belasting moet persoon A betalen?

Slide 15 - Question ouverte

Persoon B heeft 75000 euro aan belastbaar inkomen. Hoeveel belasting moet Persoon B betalen?

Slide 16 - Question ouverte

Persoon B heeft 150000 euro aan belastbaar inkomen. Hoeveel belasting moet Persoon B betalen?

Slide 17 - Question ouverte

Hans heeft een eenmanszaak en werkt hier 400 uur voor per jaar. Heeft hij recht op de startersaftrek?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je het bedrag dat een beginnende ondernemer mag aftrekken van zijn winst voordat er inkomstenbelasting wordt geheven?
A
Startersaftrek
B
Beginnersaftrek
C
Motivatie korting
D
Rendementsgrondslag

Slide 19 - Quiz

Wanneer komt een startende ondernemer in aanmerking voor zelfstandigenaftrek?
A
Als je bedrijf het eerste jaar niet meer winst maakt dan € 20.000
B
Als je per jaar minimaal 1.225 uur werkt in je bedrijf en dit kunt verantwoorden met een administratie.
C
Als minimaal 50% van de totale arbeidstijd als productieve bedrijfsuren te boek staat en je dat kunt aantonen met een administratie.

Slide 20 - Quiz


De boekhouder is eindverantwoordelijk voor de boekhouding van jouw bedrijf.
A
Waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Een ondernemer MOET zich inschrijven bij de Kamer Van Koophandel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Waarom is het voor jou (als artiest) belangrijk om te weten wat ondernemen inhoudt en hoe een ondernemersplan eruit ziet?

Slide 23 - Question ouverte

Pauze

Slide 24 - Diapositive