Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Wat weet je nog over elektriciteit?
Slide 1 - Diapositive
Een materiaal dat elektriciteit kan vervoeren noem je een...
Slide 2 - Question ouverte
Wat vervoert de energie in een stroomkring?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is stroomsterkte?
Slide 4 - Question ouverte
Stroomsterkte is een...
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 5 - Quiz
Wat is spanning?
Slide 6 - Question ouverte
Spanning meet je in....
A
Ampère
B
Volt
C
Watt
D
Joule
Slide 7 - Quiz
Welke twee gegevens heb je nodig om vermogen te berekenen?
A
Spanning en tijd
B
Stroom en tijd
C
Stroom en Spanning
D
Tijd en Capaciteit
Slide 8 - Quiz
Wat bereken je met vermogen?
Slide 9 - Question ouverte
In een parallelschakeling is de spanning?
A
Gelijk
B
Verdeeld
Slide 10 - Quiz
In een serieschakeling is de stroomsterkte?
A
Gelijk
B
Verdeeld
Slide 11 - Quiz
Meet de stroomsterkte bij het tweede lampje en de spanning van het eerste lampje.
V
A
Slide 12 - Question de remorquage
Op een batterij staat: 5V | 2500mAh De batterij is aangesloten op een lampje. Het lampje stopt na 2 uur met branden. - Wat was de stroomsterkte door het lampje?
Slide 13 - Question ouverte
Er staan twee lampjes in serie geschakeld. De spanning over beide lampjes is gelijk. Wat kun je zeggen over het vermogen?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Wat is de spanning over lampje 5 en lampje 1?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Wat is het voordeel van een LED-lamp ten opzichte van een gloeilamp?
Slide 19 - Question ouverte
Op een oven staat 5000 W. 1 kWh kost €0,20. Hoeveel euro moet je betalen om de oven 35 minuten te gebruiken?
Slide 20 - Question ouverte
Hieronder zie je het typeplaatje van een oven. Hoe duur is het aan elektriciteit om een appeltaart te bakken (80 minuten in de oven). 1 kWh = 0,20 eurocent.
Slide 21 - Diapositive
Bereken de stroomsterkte. Gebruik de STandaardOPlosMEthode
Slide 22 - Question ouverte
Hieronder zie je het typeplaatje van een oven. Hoe duur is het aan elektriciteit om een appeltaart te bakken (80 minuten in de oven). 1 kWh = 0,20 eurocent.
Slide 23 - Question ouverte
Een lampje met een vermogen van 10W is aangesloten op twee 5V batterijen die serie geschakeld zijn. Na 6h brandt het lampje niet meer. Wat is de capaciteit van een lampje?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Hieronder zie je het typeplaatje van een waterkoker. Bereken hoeveel stroom (in A) dit apparaat vraagt.
Slide 26 - Diapositive
Je ziet het typeplaatje van een waterkoker. Bereken hoeveel A dit apparaat vraagt.
Slide 27 - Question ouverte
Hieronder zie je het typeplaatje van een Siemens-oven, een Philips-waterkoker en een Carmen-föhn.
De maximale stroomsterkte van één groep in de meterkast is 16 A. Bereken of je op een stopcontact van deze groep alle 3 de apparaten tegelijkertijd kunt gebruiken.
Slide 28 - Diapositive
Een Siemens-oven van 1400 W, een Philips-waterkoker van 1450 W en een Carmen-föhn van 1000 W. De maximale stroomsterkte van één groep in de meterkast is 16 A. Bereken of je op een stopcontact van deze groep alle 3 de apparaten tegelijkertijd kunt gebruiken. Gebruik de STandaardOPlosMEthode
Slide 29 - Question ouverte
Op verschillende plekken is de stroom gemeten.
Bereken wat de stroomsterkte is op plek A, B, C en D.
Slide 30 - Diapositive
Wat is de stroomsterkte in: - plek A - plek B - plek C - plek D?