§1.3 Wil je welvaart of welzijn?

§1.3 Wil je welvaart of welzijn?
H1 Inkomen en welvaart
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§1.3 Wil je welvaart of welzijn?
H1 Inkomen en welvaart

Slide 1 - Diapositive

Planning

Slide 2 - Diapositive

Nakijken
Weet je het nog
1.1
1.2
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog
van §1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

Slide 4 - Carte mentale

Hoe groter de 'buik' van de Lorenzcurve is, hoe...
A
meer de inkomens ongelijk verdeeld zijn
B
meer de inkomens gelijk verdeeld zijn.

Slide 5 - Quiz

Hoeveel verdient het 20% rijkste gedeelte van de bevolking in procenten?

Slide 6 - Question ouverte

§1.3 Wil je welvaart of welzijn?
Theorie

Slide 7 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
  • waarom het nodig is om prioriteiten te stellen
  • wat het betekent dat de meeste goederen schaars zijn
  • wat het verschil is tussen welvaart en welzijn
  • hoe je prijsveranderingen in procenten en met indexcijfers kunt laten zien



Slide 8 - Diapositive

In je behoeften voorzien

Slide 9 - Diapositive

Schaarste

Slide 10 - Diapositive

Schaarste
Schaarste ontstaat doordat we aan de ene kant oneindig veel behoeften hebben, maar slechts een beperkte hoeveelheid productiemiddelen hebben om in die behoeften te voorzien.
Schaarste dwingt ons tot afwegen wat we het belangrijkste vinden. Het dwingt om prioriteiten te stellen en keuzes te maken, om zo te bepalen voor welke behoeften we de beperkte productiemiddelen inzetten.
Omdat voor het gebruik van productiemiddelen meestal betaald moet worden, wordt ook gezegd dat goederen schaars zijn als voor die goederen betaald moet worden.
Tijd is ook schaars. Wanneer je een dagje op het strand gaat liggen, kun je niet gelijktijdig werken. Je offert een productiefactor (arbeid) op. Een dagje strand ‘kost’ dus een dag productief werken: tijd is schaars.


Slide 11 - Diapositive

Welvaart en welzijn

Slide 12 - Diapositive

Een stijging of daling in procenten berekenen

Slide 13 - Diapositive

Formule

Slide 14 - Diapositive

Vorig jaar kreeg je €6 zakgeld, nu krijg je €8,50.
Hoeveel procent is je zakgeld gestegen?

Slide 15 - Question ouverte

Indexcijfers

Slide 16 - Diapositive

Formule

Slide 17 - Diapositive

Opgaven 12

Slide 18 - Diapositive

Antwoorden van 12

Slide 19 - Diapositive

Vragen
Kan je de theorie toepassen?

Slide 20 - Diapositive

Patat prijs
2016 - €3,10 - indexcijfer 100
2017 - €3,00 - indexcijfer ?
2018 - €? - indexcijfer 95
Reken de vraagtekens uit

Slide 21 - Question ouverte

De mate waarin je met beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien
A
welvaart
B
welzijn

Slide 22 - Quiz

Met middelen kun je in je behoeften voorzien. Deze middelen zijn
A
goederen en diensten
B
tijd en geld
C
vakantie en loon
D
consumeren en produceren

Slide 23 - Quiz

Welzijn is:
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
B
De mate waarin je behoefte worden voorzien zonder schaarste middelen

Slide 24 - Quiz

je moet prioriteiten stellen omdat:
A
je weinig tijd en geld hebt
B
je niet altijd kan doen wat je leuk vindt
C
je alleen kan doen wat je leuk vindt

Slide 25 - Quiz

Wat is NIET schaars?
A
Elektriciteit
B
Gas uit je gaspit in de keuken
C
Zonlicht

Slide 26 - Quiz

Aan het werk!
1. Theorie van paragraaf 1.3 lezen
2. opdrachten van 1.3 maken in je boek en schrift

Slide 27 - Diapositive

Afsluiten

Slide 28 - Diapositive


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Kan je uitleggen waarom het nodig is om prioriteiten te
stellen.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 30 - Sondage

Kan je uitleggen wat het betekent dat de meeste
goederen schaars zijn.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 31 - Sondage

Kan je het verschil tussen welvaart en welzijn uitleggen.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 32 - Sondage

Kan je prijsveranderingen berekenen in procenten en als
indexcijfers.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 33 - Sondage

Extra uitleg
Kijk voor meer uitleg de volgende video's

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo