Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Donderdag 14 november 2024
1 / 44
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Donderdag 14 november 2024
Slide 2 - Diapositive
Programma
- Lezen
10 min
- Terugblik vorige les
10 min
- Huiswerk bespreken
10 min
- "Spelling en Grammatica"
15 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
5 min
Slide 3 - Diapositive
Stillezen
Je pakt je leesboek voor je en je gaat stillezen!
Slide 4 - Diapositive
Terugblik vorige les
Mensen kunnen niet zonder verhalen
Verhaal
Kenmerken
Functies
Slide 5 - Diapositive
Wat voor doel heeft een verhaal?
A
instrueren
B
amuseren
C
informeren
D
activeren
Slide 6 - Quiz
Welke van onderstaande manieren helpen je om de wereld om je heen te begrijpen?
A
Kritiek geven op de maatschappij
B
Doordat het verzonnen is.
C
Je ruilt jouw leven in voor die van een ander.
D
Bevatten levenslessen
Slide 7 - Quiz
Wat is een levensles?
A
Een boek dat je moet lezen.
B
Een belangrijke les in het leven.
C
Een film die je moet zien.
D
Een ervaring die je leert.
Slide 8 - Quiz
Waarom zijn levenslessen belangrijk?
A
Ze maken ons sterker.
B
Ze zijn altijd leuk.
C
Ze helpen ons te groeien.
D
Ze zijn vaak onbelangrijk.
Slide 9 - Quiz
Huiswerk
Hoofdstuk 2 Paragraaf 1; Mensen kunnen niet zonder verhalen
Bladzijde 30 t/m 33
Opdracht 3 t/m 5 en opdracht 7 t/m 11
Slide 10 - Diapositive
WOORDENSCHAT
Slide 11 - Diapositive
Wat betekent 'aan iemands lippen hangen'?
A
in de maling nemen
B
aandachtig luisteren
C
rondhangen
D
een grap uithalen
Slide 12 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
In de huid kruipen van
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 13 - Quiz
Wat is de betekenis van de uitdrukking "in de huid kruipen van"?
A
Iemand proberen te begrijpen door zich in zijn of haar situatie te verplaatsen.
B
Iemand fysiek aanraken of aanraken met een bepaalde bedoeling.
C
Iemand letterlijk volgen om hem of haar te imiteren.
D
Iemand een ongemakkelijke situatie aandoen.
Slide 14 - Quiz
Betekenis inspelen op
A
een instrument bespelen
B
actief reageren op iets
C
een spel spelen
D
actief buiten spelen
Slide 15 - Quiz
Wat is de betekenis van functie?
A
Begrip
B
Goed rondkijken
C
Voorstelling
D
Taak
Slide 16 - Quiz
Racisme is ...
A
hetzelfde als discriminatie
B
een groep mensen die van autoracen houdt
C
Over iemand een oordeel hebben
D
discriminatie vanwege huidskleur
Slide 17 - Quiz
"De circusvoorstelling was spectaculair."
Wat betekent spectaculair?
A
indrukwekkend
B
saai
C
bijzonder
D
vreselijk
Slide 18 - Quiz
classroom.google.com
Slide 19 - Lien
Leerdoelen
Ik weet wat zinsdelen zijn.
Ik kan een zin opdelen in zinsdelen.
Ik kan uitleggen hoe een bepaalde opdeling in zinsdelen de betekenis van een zin kan veranderen.
Ik kan zelf zinnen maken die bijzonderheden hebben met zinsdelen.
Ik weet wat de kenmerken en functie van hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden zijn in een zin.
Ik kan bepalen wat voor soort werkwoord er in een zin staat.
Ik kan uitleggen of een werkwoord een hoofdwerkwoord of hulpwerkwoord is.
Ik kan zelf voorbeelden bedenken van zinnen met zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden.
Slide 20 - Diapositive
Noteer de 3 manieren waarmee je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.
Slide 21 - Question ouverte
We hebben het over
drie
manieren gehad om achter de
persoonsvorm (pv)
te komen.
Ik
fietste
naar school.
Pv: fiets
Fiets
ik naar school?
Pv: fiets
Wij
fietsen
naar school.
Pv: fiets
Welke manier hoort bij welke uitkomst?
Zin: Ik fiets naar school.
getal
vraagzin
tijd
Slide 22 - Question de remorquage
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp?
Sleep naar de goede plek.
persoonsvorm (pv)
onderwerp (ow)
Alleen
eten
we
friet.
op zaterdag
Slide 23 - Question de remorquage
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp?
Sleep naar de goede plek.
persoonsvorm (pv)
onderwerp (ow)
Sara
bestelt
haar kleding
vaak
op internet
Slide 24 - Question de remorquage
Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.
Alles wat voor de persoonsvorm staat is
één zinsdeel
Slide 25 - Diapositive
Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Hij eet een appel.'
A
3 zinsdelen
B
2 zinsdelen
C
4 zinsdelen
D
1 zinsdeel
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Vidéo
Welk werkwoord is het hoofdwerkwoord?
Ik heb heel lekker gegeten.
A
heb
B
gegeten
Slide 38 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen.
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen
Slide 39 - Quiz
Bij een naamwoordelijk gezegde heb je ALTIJD een...
A
Zelfstandig werkwoord
B
Koppelwerkwoord
Slide 40 - Quiz
Een naamwoordelijk gezegde is altijd een..
A
actie
B
eigenschap/kenmerk
Slide 41 - Quiz
Wat is een naamwoordelijk gezegde?
A
heeft gegeten.
B
heeft een zusje gekregen.
C
heeft corona.
D
is een vrolijke Frans.
Slide 42 - Quiz
Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:
Hoofdstuk Spelling en Grammatica
Paragraaf 11 > zinsdelen > bladzijde 154 t/m 157
Opdracht 3 t/m 7
Paragraaf 12 > hoofdwerkwoord en hulpwerkwoord> bladzijde 158 t/m 161
Opdracht 1 t/m 3 en opdracht 5
Slide 43 - Diapositive
Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet wat zinsdelen zijn.
Ik kan uitleggen hoe een bepaalde opdeling in zinsdelen de betekenis van een zin kan veranderen.
Ik weet wat de kenmerken en functie van hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden zijn in een zin.
Ik kan bepalen wat voor soort werkwoord er in een zin staat.
Ik kan een zin opdelen in zinsdelen.
Ik kan uitleggen of een werkwoord een hoofdwerkwoord of hulpwerkwoord is.
Slide 44 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica - persoonsvorm
Février 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Zinsontleden
Août 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
Talent 3V H1.8 Grammatica soorten werkwoorden
Décembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
Creatief schrijven + ow / wg
Février 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
spell/gram 11/12
Novembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Fase 2: Het gezegde - inoefenen
Août 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica - persoonsvorm
Février 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Fase 2: Het gezegde
Janvier 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs