Talent 3V H1.8 Grammatica soorten werkwoorden

3VE
grammatica: herhaling werkwoorden
zww, kww, hww
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3VE
grammatica: herhaling werkwoorden
zww, kww, hww

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
  • je  herkent het ww-gezegde in een zin
  • je herkent koppelwerkwoorden
  • je kunt werkwoorden benoemen als hww, zww en kww

Slide 2 - Diapositive

jullie hebben geleerd over:
het werkwoordelijk gezegde
het naamwoordelijk gezegde

nu gaan we leren
hoe we de werkwoorden in dat gezegde kunnen 
benoemen 

redekundig ontleden
taalkundig ontleden

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel werkwoorden zitten er in de volgende zin?
even testen:

Slide 4 - Diapositive

Alhoewel we allemaal graag naar Disneyland hadden willen gaan dit paasweekend, lijkt het ons toch beter om in groepjes van twee het dichtstbijzijnde tuincentrum te bezoeken.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Het gezegde kan uit 1 of meer werkwoorden bestaan, die we allemaal een eigen naam kunnen geven. 

We zijn dan dus bezig met ontleden, en het 
namen geven aan de woorden ->
 taalkundig ontleden 

Slide 7 - Diapositive

3 soorten werkwoorden
  • zww = zelfstandig werkwoord
  • kww = koppelwerkwoord
  • hww = hulpwerkwoord




Slide 8 - Diapositive

Hoe vind je het hoofdwerkwoord? Afpellen!
  1. Bepaal hoeveel werkwoorden er in de zin staan.
  2. Bepaal wat de PV is, laat die weg en maak een nieuwe zin met de overgebleven werkwoorden (pas ze aan).
  3. Doe dit net zolang tot je maar één PV overhoudt. Dat is je hoofdwerkwoord.

Slide 9 - Diapositive

Hij zou dat gedaan kunnen hebben.
PV: zou > weglaten (dus hulpww) en nieuwe zin maken
Hij kan dat gedaan hebben.
PV: kan > weglaten (dus hulpww) en nieuwe zin maken
Hij heeft dat gedaan.
PV: heeft > weglaten (dus hulpww)en nieuwe zin maken
Hij deed dat. 
Maar één PV over! Dat is het hoofdwerkwoord: gedaan

Slide 10 - Diapositive

Wat is het hoofdwerkwoord?
Zij lijkt iets te willen zeggen.
A
lijkt
B
willen
C
zeggen
D
geen hoofdwerkwoord in deze zin

Slide 11 - Quiz

Wat is het hoofdwerkwoord?
Je hebt je goed verborgen weten te houden.
A
hebt
B
verborgen
C
weten
D
houden

Slide 12 - Quiz

Wat is het hoofdwerkwoord?
Dat had je wel eens beter kunnen voorbereiden!
A
had
B
beter
C
kunnen
D
voorbereiden

Slide 13 - Quiz

Wat is het hoofdwerkwoord?
De scorende voetballer lijkt mij toch een getalenteerde jongen te zijn.
A
scorende
B
lijkt
C
getalenteerde
D
zijn

Slide 14 - Quiz

Wat is/zijn hulpwerkwoord(en)?
Zij lijkt iets te willen zeggen.
A
lijkt
B
zeggen
C
lijkt willen zeggen
D
lijkt willen

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig Werkwoord (ZWW)
Heeft een heel duidelijke betekenis (het is een doe-woord).


Als een zin meerdere werkwoorden heeft,
staat het ZWW meestal achteraan.
Als een zin meerde werkwoorden heeft, is de persoonsvorm een hulpwerkwoord.

Slide 16 - Diapositive

Koppelwerkwoord (KWW)
Zit er geen werkwoord met een duidelijke betekenis in de zin, dan moet er een kww staan, want: In een zin zit óf een ZWW óf een KWW. (Het is een zijn-woord)




  • zijn (niet 'bevinden')
  • worden
  • blijven (niet 'bevinden')
  • blijken
  • lijken (niet 'lijken op')
  • schijnen (zonder licht)
  • heten (niet 'zijn naam is')
  • dunken (zonder bal)
  • voorkomen


Slide 17 - Diapositive

Hulpwerkwoord (HWW)
Alle werkwoorden die nu nog over zijn, zijn hulpwerkwoord.
Alle werkwoorden die je 'afpelt' zijn hulpwerkwoorden.

Kenmerken:
  • komen dus voor in zinnen met meer dan één werkwoord
  • helpen om het gezegde te maken

Slide 18 - Diapositive

Samengevat
  1. zoek het belangrijkste werkwoord (afpellen)
  2. dat is of een zww of een kww (doe- of zijn-woord)
  3. als er meer werkwoorden in  de zin staan, staat dat zww of kww meestal achteraan
  4. alle overige werkwoorden in de zin zijn hww


Slide 19 - Diapositive

Zij heeft haar fiets zelf GEREPAREERD.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 20 - Quiz

Zij HEEFT haar fiets zelf gerepareerd.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 21 - Quiz

Rieke is donderdag ziek GEWORDEN.
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 22 - Quiz

Alles begrepen? Test jezelf en sleep de rode vakjes naar de bijbehorende werkwoorden!
Mevrouw Distelpluis zou wel eens grappig kunnen zijn.
zou

kunnen
zijn
hulp
werkwoord 1
hulp
werkwoord 2
koppel
werkwoord

Slide 23 - Question de remorquage