Lezen H3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas

Leg je overige boeken ook op tafel

Lezen

Tekstverbanden en signaalwoorden

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen uit je leesboek --> maandag 16 januari

Theorie tekstverbanden en signaalwoorden

Snap je het?

Aan de slag

Snap je het?

Tekstverbanden en signaalwoorden horen bij elkaar.

1. Ja
2. Nee
3. Soms

Bij welk tekstverbanden horen de signaalwoorden 'ook', 'bovendien' en 'tevens'?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. tijdsvolgorde
4. reden

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...

1. ...geven alinea's aan
2. ...geven het doel van een tekst aan
3. ...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben

De signaalwoorden eerst, daarna, vervolgens horen bij:

1. Opsommend
2. Tegenstellend
3. Chronologisch

Het volgende signaalwoord / de volgende signaalwoorden horen bij tegenstelling:

1. zoals
2. allereerst
3. maar
4. daarentegen

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'met als gevolg'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. tijd
4. tegenstelling

Wat is een signaalwoord van een voorwaardelijk tekstverband?

1. echter
2. daarmee
3. namelijk
4. mits

Het signaalwoord wanneer kan zowel een voorwaardelijk als een chronologisch verband aangeven.

1. Juist
2. Onjuist

Het signaalwoord 'al met al' hoort bij...

1. Tijd (Chronologie)
2. Conclusie
3. Reden
4. Voorwaarde

Het signaalwoord 'want' kondigt een ......... aan

1. argument
2. mening
3. conclusie

Aan de slag

Lezen: theorie op blz. 72 + 73

Maken: opdracht 1

Maandag 16 januari

Alleen en in stilte

Klaar? Lees verder uit je leesboek

Niet vergeten: nieuw leesboek maandag 16 januari!!

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Leg je huiswerk (opdracht 2, blz. 74 + 75) op de hoek van je tafel

Lezen

Tekstverbanden en signaalwoorden

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen uit je leesboek

Huiswerk nakijken: opdracht 2, blz. 74 + 75

Weet je het nog?

Aan de slag

Huiswerk nakijken

Opdracht 2

Bladzijdes 74 + 75

Opdracht 2b

windt er geen doekjes om (al. 1) – niet verbloemen; er ronduit mee voor de dag komen

om zeep helpen (al. 1) – kapotmaken

charmeoffensief (al. 4) – campagne ter vergroting van de populariteit

piraterij (al. 4) – illegale (re)productie en verkoop van goederen

faciliteren (al. 4) – beschikbaar stellen voor; voorzieningen aanbieden

zwendel (al. 6) – bedrog; oplichterij

voor het blok zetten (al. 7) – dwingen een keuze te maken

hoofdschuddend (al. 8) – gebaar om afkeuring aan te duiden

accuratesse (al. 8) – nauwkeurigheid

munt slaan uit (al. 9) – zijn voordeel halen uit

Weet je het nog?

Noteer het signaalwoord + tekstverband

Bijvoorbeeld:

maar tegenstellend verband

Zij werkten hard om hun kinderen meer kansen te geven in het leven

Ik doe dat niet. Ten eerste heb ik er geen tijd voor, ten tweede heb ik er geen zin in.

De voorstelling gaat niet door, de hoofdrolspeler is immers ziek.

Als ik genoeg geld heb gespaard, ga ik die iPad kopen.

Het hele bestuur is ziek, dus de vergadering gaat niet door.

Indien je je goed voorbereidt, hoef je je geen zorgen te maken.

Aan de slag

Maken: opdracht 4

Bladzijdes 76 + 77

Dinsdag 31 januari

Alleen en in stilte

Klaar? Lees verder uit je leesboek