Tekens bij woorden

Programma vandaag
* Spelling: tekens bij woorden
* Oefenen: stencil
*Afmaken: Bouwsteen 8 en woordenschat Bouwsteen 8
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Programma vandaag
* Spelling: tekens bij woorden
* Oefenen: stencil
*Afmaken: Bouwsteen 8 en woordenschat Bouwsteen 8

Slide 1 - Diapositive

Tekens bij woorden.
Welke is fout gespeld?
A
geïnteresseerd
B
café
C
carrière
D
museüm

Slide 2 - Quiz

Tekens bij woorden.
Welk woord is fout gespeld?
A
saté
B
blèren
C
fantasie
D
hygiene

Slide 3 - Quiz

H5.3 Tekens bij woorden

Slide 4 - Diapositive

S'avonds ga ik naar het cafe voor twee drankje's. Dan loop ik naar de taxis, die aan de voor en achterzijde van de markt staan.
A
3 fouten
B
4 fouten
C
5 fouten
D
6 fouten

Slide 5 - Quiz

Hoe schrijf je het goed?
's Avonds ga ik naar het café voor twee drankjes. Dan loop ik naar de taxi's, die aan de voor- en achterzijde van de markt staan.

Slide 6 - Diapositive

wanneer gebruik je een apostrof? '

Slide 7 - Carte mentale

Apostrof
1. Meervoud op klinkers behalve -e: radio's, taxi's, paraplu's, baby's. Maar: drankjes (want -e, dus geen ')
2. Bezit op -s, -z of -x: Max' fiets, Dennis' auto, Yesilgöz' werk.
3. Deel van het woord weg: A'dam, 's Avonds.
4. Bij letterwoorden: SP'er, mbo'er, A4'tje.
5. bij afkortingen: b.v.'s, b.v.'tje


Slide 8 - Diapositive

Wanneer gebruik je een trema? ë, ü, ...

Slide 9 - Carte mentale

Trema 
Als je het woord anders verkeerd uitspreekt (behalve als ze uit het buitenland komen en daar geen trema hebben ): coördinatie, vacuüm, poëzie, officiële.

Slide 10 - Diapositive

wanneer gebruik je een accent als `, ^ of '?

Slide 11 - Carte mentale

Accent (rechts aigu, links grave)
Uitspraak: blèren, café, enquête.
Klemtoon: nóg een keer? Dáár moet je zijn! Nog één keertje dan...

Slide 12 - Diapositive

Weglaatstreepje
Gelijke delen aan elkaar: streepje (voor- en nadelen)
Gelijke delen los: weglaten (grote en kleine appels)

Slide 13 - Diapositive

cafés
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

avocadoos
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

groente, fruit en tuinafval
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

Melle's les
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Mario's boek
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

Génant
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

reunie
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

De hoofdstad van Noord-Brabant is
s Hertogenbosch
A
goed
B
met apostrof
C
met streepje
D
met apostrof en streepje

Slide 21 - Quiz

Aan de slag: 3F Spelling

Slide 22 - Diapositive