LSV jaar 3 week 46

Laatste loodjes...
We sluiten periode 10 af met het examen Gesprekken voeren.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Laatste loodjes...
We sluiten periode 10 af met het examen Gesprekken voeren.

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 1 
We sluiten periode 10 af met het examen Gesprekken voeren.

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 2 
We sluiten periode 10 af met het examen Gesprekken voeren.

Slide 3 - Diapositive

Gesprekken voeren
Wat moet je kunnen?
  1. Gesprek openen en afsluiten (week 45)
  2. Spellen (week 46)
  3. Bedanken (week 47)
  4. Bestelling plaatsen (week 48)
  5. Jezelf voorstellen (week 49)
  6. Iemand anders voorstellen (week 50)
  7. Aangeven waar iets is (week 51)

Slide 4 - Diapositive

Gesprekken voeren
  1. Gesprek openen en afsluiten (week 45)
Opdracht: Schrijf uit hoe je een gesprek opent in het Spaans en hoe je dit afsluit.

Tip: Blz 20 van je tekstboek 2b Lees de gesprekjes en luister mee.
Schrijf nu uit hoe je zelf een gesprek zou openen en afsluiten....

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen week 46
Por la ciudad - una ciudad para enamorarse
  • Je kunt een plaats beschrijven. 
  • Je kent het gebruik van hay en estar. 
  • Gesprek openen/afsluiten  en opdracht inleveren

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Tekstboek  blz 53
Por la ciudad - una ciudad para enamorarse
1a ¿Que ciudad es? 
Je ziet de reclame voor een Spaanse stad. Kun je afleiden om welke stad het gaat? Ken je andere steden uit de Spaanstalige wereld?

Yo creo que es....

Slide 8 - Diapositive

Tekstboek  blz 54
Por la ciudad - una ciudad para enamorarse
2 Vivir y trabajar en Barcelona
2a. Lee el texto y elige el titulo adecuado para cada apartado.

2b. Escucha algunos sonidos. ¿Con qué lugar de la ciudad los relacionas?

Slide 9 - Diapositive

Tekstboek  blz 55

3. ¿Que hay en Barcelona?
3a. Lee estas frases y marca las que se refieren a Barcelona



Slide 10 - Diapositive

Instructie over hay en estar
Instructievideo verschil tussen ser/estar en hay

Blz 137 9.1.6 Het gebruik van hay en estar

Hay (er is, er zijn) is een onpersoonlijke onveranderlijke vorm van haber.
Hay wordt gebruikt om een nog onbekende zaak te introduceren.

Estar geeft aan waar een bepaalde persoon of zaak zich bevindt



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Tekstboek  blz 55
5. Una ciudad que me gusta
Neem een stad in gedachten en schrijf er kort wat gegevens over op. 
Lever deze opdracht in op Teams. 

¿Donde está?
¿Que hay?
¿Cómo es?
¿Que (no) te gusta?





Slide 13 - Diapositive

Werkboek  blz 55
¿Que hay en Barcelona?
Kies steeds het juiste werkwoord

Slide 14 - Diapositive

En Barcelona hay / estan muchas zonas peatonales.

Slide 15 - Question ouverte

El parque Les Corts está/hay en el centro de la ciudad

Slide 16 - Question ouverte

En el casco antiguo hay / está un bar de tapas, La Moreneta.

Slide 17 - Question ouverte

En el Sinco hay / están conciertos gratis, pero..

Slide 18 - Question ouverte

En Barcelona hay / están restaurantes de comida tradicional muy tranquilos

Slide 19 - Question ouverte

Hay / Están dos centros para organizar ferias y congresos: Gran Vía y Montjuic.

Slide 20 - Question ouverte

Huiswerk
Schrijf uit hoe je een gesprek in het Spaans opent en hoe je afsluit.
MP WB p. 54, opdr. 1, 2 - p. 55, opdr. 4

Slide 21 - Diapositive