AOS/ACS1 periode 3 les 4

Leerdoelen 
- We oefenen met luisteren voor de  toets
- We oefenen met bestellen in het restaurant

Por la ciudad - una ciudad para enamorarse
  • Je kunt een plaats beschrijven. 
  • Je kent het gebruik van hay en estar. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 
- We oefenen met luisteren voor de  toets
- We oefenen met bestellen in het restaurant

Por la ciudad - una ciudad para enamorarse
  • Je kunt een plaats beschrijven. 
  • Je kent het gebruik van hay en estar. 

Slide 1 - Diapositive

Reader
Luisteropdrachten B, C

B
C

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

MP TB p. 47
11 Comida con compañeros
a. Bekijk de foto's op pagina 46 en stel je eigen menu samen




b. In drietallen. Een van jullie spelt de ober in een restaurant. De andere twee de gasten. Voer een gesprek waarin de ober de bestelling opneemt.
de primero
de segundo
de postre
para beber

Slide 4 - Diapositive

MP TB p. 47
11 Comida con compañeros
a. Bekijk de foto's op pagina 46 en stel je eigen menu samen

b. In drietallen. Een van jullie speelt de ober/serveerster in een restaurant. De andere twee zijn gasten in het restaurant. Voer een gesprek waarin de ober de bestelling opneemt.

Slide 5 - Diapositive

MP TB H5 p. 53
1 ¿Qué ciudad es?
a. Kijk de reclame voor een Spaanse stad. Kun je afleiden om welke stad het gaat?
b. Completa la ficha de la ciudad con las cifras


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Tekstboek  blz 54
Por la ciudad - una ciudad para enamorarse
2 Vivir y trabajar en Barcelona
2a. Lee el texto y elige el titulo adecuado para cada apartado.

2b. Escucha algunos sonidos. ¿Con qué lugar de la ciudad los relacionas?

Slide 8 - Diapositive

Tekstboek  blz 55

3. ¿Que hay en Barcelona?
3a. Lee estas frases y marca las que se refieren a Barcelona



Slide 9 - Diapositive

Instructie over hay en estar
Instructievideo verschil tussen ser/estar en hay

Blz 137 9.1.6 Het gebruik van hay en estar

Hay (er is, er zijn) is een onpersoonlijke onveranderlijke vorm van haber.
Hay wordt gebruikt om een nog onbekende zaak te introduceren.

Estar geeft aan waar een bepaalde persoon of zaak zich bevindt



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Tekstboek  blz 55
5. Una ciudad que me gusta
Neem een stad in gedachten en schrijf er kort wat gegevens over op. 
Lever deze opdracht in op Teams. 

¿Donde está?
¿Que hay?
¿Cómo es?
¿Que (no) te gusta?





Slide 12 - Diapositive

Werkboek  p. 55, opdracht 3
¿Que hay en Barcelona?
Kies steeds het juiste werkwoord

Slide 13 - Diapositive

En Barcelona hay / estan muchas zonas peatonales.

Slide 14 - Question ouverte

El parque Les Corts está/hay en el centro de la ciudad

Slide 15 - Question ouverte

En el casco antiguo hay / está un bar de tapas, La Moreneta.

Slide 16 - Question ouverte

En el Sinco hay / están conciertos gratis, pero..

Slide 17 - Question ouverte

En Barcelona hay / están restaurantes de comida tradicional muy tranquilos

Slide 18 - Question ouverte

Hay / Están dos centros para organizar ferias y congresos: Gran Vía y Montjuic.

Slide 19 - Question ouverte

Opdrachten 
Maken:
MP H5
WB opdracht 1 t/m 4a (pag 54-55) 






Leren:
woordenlijst H5




Slide 20 - Diapositive