Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord 10 - (On)bekend?

Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord 10 - (On)bekend?

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden herkennen.
• Aan het einde van de les kun je bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden op de juiste manier gebruiken om variatie en kleur in je taal te brengen.
• Aan het einde van de les kun je bijvoeglijke naamwoorden correct verbuigen.

Wat weet je al over bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden?

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden?

• Bijvoeglijk naamwoord: Een woord dat een kenmerk of eigenschap van een zelfstandig naamwoord aangeeft.
• Bijwoord: Een woord dat iets meer vertelt over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord, een telwoord of de hele zin.

Verbuiging van bijvoeglijke naamwoorden

• Verbuiging: De aanpassing van de vorm van een woord (hier: bijvoeglijk naamwoord) aan grammaticale categorieën zoals geslacht, getal, enz.

Voltooide deelwoorden als bijvoeglijke naamwoorden

• Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: Een voltooid deelwoord dat als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt om een kenmerk of eigenschap van een zelfstandig naamwoord aan te geven.

Het gebruik van bijwoorden

• Het gebruik van bijwoorden om werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, andere bijwoorden, telwoorden en de hele zin te specificeren.

Samenvatting

• Bijvoeglijk naamwoord: kenmerk of eigenschap van een zelfstandig naamwoord
• Bijwoord: iets meer vertellen over werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, andere bijwoorden, telwoorden en de hele zin
• Verbuiging: aanpassing van de vorm van een bijvoeglijk naamwoord
• Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.