M1 l4 Bijvoeglijke naamwoorden

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Een streepje muziek

Welke woordsoort is onderstreept?

• warme landen
• koude handen
• oude strandhuis
• grijze wolken
• gammele strandhuis
• mistroostige plekken.

Welke woordsoort is onderstreept?

Bijvoeglijk naamwoord

= een  woord dat een eigenschap of extra informatie toevoegt aan namen van personen, voorwerpen …

Wat zien we deze les?

• plaats en gebruik van het bijvoeglijk naamwoord
• trappen van vergelijking 
• verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord

Plaats en gebruik

hoofdwerkwoord = koppelwerkwoord

-> bn is naamwoordelijk deel van het gezegde

Bn staat vóór het zn.

Bn staat alleen. Het zn staat elders in de zin.

De vetbetaalde stervoetballer reed met zijn Porsche tegen de muur. 

Hij is de slimste leerling van de klas, ik ben de domste.

De winnaar van de wedstrijd lijkt verdrietig.

Bijvoeglijk naamwoord: trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking

Vul aan: boos ... (vergrotende trap)

Vul aan: boos ... (overtreffende trap)

Vul aan: veel... (vergrotende trap)

Vul aan: veel... (overtreffende trap)

Vul aan: hilarisch... (vergrotende trap)

Vul aan: hilarisch... (overtreffende trap)

zie hulpkaart

Verbuiging van het bn

• bijvoeglijk naamwoord + -e
• voorbeelden

                           - de nieuwe auto

                           - het jonge hondje

                           - MAAR: een oud huis (het-woord)

enkele oefeningen

Mathis heeft een ... (genie) ingeving.

Met klas 3DO kom je soms in ... (clown) situaties terecht.

Alcoholverslaving is een ... (gen) defect.

De toename van het aantal coronapatiënten is een ... (probleem) stijging.

Als je vlot praat, ben je ...

1. vlotpratend
2. welbespraakt

Een gebouw dat op instorten staat, is ...

1. bouwvallig
2. slechtbouw

Iemand die bekendstaat om een slechte of gevaarlijke eigenschap, is ...

1. slechtbekend
2. onbekend
3. berucht
4. bekend

Als je graag leert, ben je ...

1. graaglerend
2. leergierig

werkboek

Maak opdracht 23.

BIS-BOEK

voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

voltooid deelwoord

Tijdens zijn programma 'Dagelijkse Kost' heeft Jeroen Meus weer een nieuw koekje gebakken. 

                  gebakken hoort bij een hulpwerkwoord 

                   = vd

voltooid deelwoord

Het gebakken koekje smaakte de cameraman zo te horen prima.

                gebakken hoort bij een zelfstandig nw (nl. koekje) 

                  = vd als bijvoeglijk naamwoord (=vdbn)

BIS-BOEK p.12

Maak opdracht II voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.