Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 8. Blok 6. Alles voor de toets.
Les 8. Blok 6.
Alles voor de toets.
1 / 54
suivant
Slide 1:
Diapositive
Onderwijsassistenten
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
54 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Les 8. Blok 6.
Alles voor de toets.
Slide 1 - Diapositive
Lesinhoud
Wat gaan we doen?
- We oefenen voor de toets.
Slide 2 - Diapositive
Lesopbouw
- Toetsonderdelen
- Huiswerk
- Samenvatting
(PowerPoint tonen)
- Oefening
- Vragen
Slide 3 - Diapositive
Samenvatting
De docent toont de PowerPoint.
Slide 4 - Diapositive
Toetsonderdelen
- Stijlkwesties
- Woordenschat - betekenissen
- Woordenschat - contextzinnen
- Werkwoordspelling
- Interpunctie
Slide 5 - Diapositive
Huiswerk
www.studiemeter.nl - Starttaal Online - 3F - Taalverzorging
- Stijlkwesties: per onderdeel twee oefeningen
- Woordenschat - betekenissen: alles
- Woordenschat - contextzinnen: alles
- Werkwoordspelling: alles
Slide 6 - Diapositive
Oefening
Tijd om samen te oefenen!
Aantal vragen: 42
Slide 7 - Diapositive
Interpunctie
- 5 vragen
Slide 8 - Diapositive
Schrijf de zin goed op.
hij zei ik heb de toets gehaald
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf de zin goed op.
studenten die hun propedeuse hebben mogen versnellen
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf de zin goed op.
marco die vroeger kampioen was traint nu kinderen
Slide 11 - Question ouverte
Schrijf de zin goed op.
morgen zei zij ga ik naar oma
Slide 12 - Question ouverte
Schrijf de zin goed op.
marjon ga jij vandaag naar de sportschool vroeg Didde
Slide 13 - Question ouverte
Stijlkwesties
- 17 vragen
Slide 14 - Diapositive
Ken je ook een kaartspel ( die / dat )
niet zo moeilijk is?
A
die
B
dat
Slide 15 - Quiz
Salomé is ontzettend verliefd op haar vriendje, ( dat / wat )
ik erg schattig vind.
A
dat
B
wat
Slide 16 - Quiz
Degene voor ( die / wie )
( deze / dit )
e-mail eigenlijk bestemd is, werkt hier al drie jaar niet meer.
A
die / deze
B
die / dit
C
wie / deze
D
wie / dit
Slide 17 - Quiz
Hm, ik vind venkelthee toch niet zo lekker ( als / dan )
die groene thee met citroensmaak.
A
als
B
dan
Slide 18 - Quiz
Ik vind dit kapsel je leuker staan ( als / dan )
wat je eerst had.
A
als
B
dan
Slide 19 - Quiz
Sophia durft ( hun / hen )
niet meer te vertrouwen.
A
hun
B
hen
Slide 20 - Quiz
De reisleider heeft ( zij / hun / hen )
alle nodige informatie gegeven.
A
zij
B
hun
C
hen
Slide 21 - Quiz
Ik heb die gebakjes speciaal voor ( zij / hun / hen )
bewaard.
A
zij
B
hun
C
hen
Slide 22 - Quiz
Hier vindt ( u / uw )
informatie over het aanpassen van uw woning.
A
u
B
uw
Slide 23 - Quiz
Morgen krijg ik de sleutels van ( mijn / mij ) nieuwe huis.
A
mijn
B
mij
Slide 24 - Quiz
Door ( alle / allen )
details kun je het overzicht verliezen.
A
alle
B
allen
Slide 25 - Quiz
Wij gaan met z’n ( alle / allen ) op vakantie.
A
alle
B
allen
Slide 26 - Quiz
De meisjes hebben ( beide / beiden )
geen zin meer in het project.
A
beide
B
beiden
Slide 27 - Quiz
Voor ( sommige / sommigen )
mensen is het moeilijk om aardig te blijven als ze veel succes en geld hebben.
A
sommige
B
sommigen
Slide 28 - Quiz
Welk voorzetsel?
Vertrouw (.......) mijn woord en er zal je niets gebeuren.
Slide 29 - Question ouverte
Welk voorzetsel?
Ik ben vaak bang om me (.......) iemand te vergissen.
Slide 30 - Question ouverte
Welk voorzetsel?
Na drie weken mokken zochten Johan en Adriënne eindelijk toenadering (.......) elkaar.
Slide 31 - Question ouverte
Werkwoordspelling
- 10 vragen
Slide 32 - Diapositive
Hoe schrijf je het?
(doen) rustig aan!
Slide 33 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
De (verven) muur zag er mooi uit.
Slide 34 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
Eefje ( worstelen ) met de moeilijke wiskundeopgave.
Slide 35 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
( Houden ) hij niet meer van je?
Slide 36 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
Tijdens de bankencrisis ( gelasten - vt ) de organisatoren de beleggersconferentie af.
Slide 37 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
Luc ( missen ) gisteren zijn trein, omdat hij te lang met een meisje stond te kletsen.
Slide 38 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
Amber heeft alleen aan haar beste vriendin ( vertellen ) wat er toen is gebeurd.
Slide 39 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
Zij hebben hun soep ( opslurpen ).
Slide 40 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
Verschillende belangengroepen ( lobbyen ) de afgelopen weken voor de invoering van de kilometerheffing.
Slide 41 - Question ouverte
Hoe schrijf je het?
Karim heeft nooit een vaste baan gehad, maar hij heeft altijd ( freelancen).
Slide 42 - Question ouverte
Woordenschat
- 10 vragen
Slide 43 - Diapositive
volgens de gewoonte
A
conventioneel
B
ecologisch
Slide 44 - Quiz
betrouwbaar
A
diagnose
B
bonafide
Slide 45 - Quiz
de massale negatieve kritiek tegen een persoon of organisatie
A
de hetze
B
de opponent
Slide 46 - Quiz
de bedoeling, het voornemen
A
de intentie
B
incompetent
Slide 47 - Quiz
Onze directeur is zonder vooropleiding onder aan de organisatie begonnen, maar hij heeft zich als een echte (.......)
ontwikkeld en opgewerkt.
A
beeldspraak
B
autodidact
C
restrictie
D
affectie
Slide 48 - Quiz
Ayse neemt alles ernstig en kan zelfs kleine problemen niet (.......).
A
uitmonden
B
intrigeren
C
ambiëren
D
relativeren
Slide 49 - Quiz
De (.......) die we nodig hebben om een computersysteem op te zetten, moeten we inhuren.
A
woordspeling
B
beeldspraak
C
expertise
D
duplicaat
Slide 50 - Quiz
(.......) consumptiegoederen zijn bijvoorbeeld auto’s, koelkasten en tv’s
A
Duurzame
B
Secundaire
C
Adequate
D
Unanieme
Slide 51 - Quiz
Kun je (.......) wat je bedoelt? Ik snap het niet helemaal.
A
generen
B
preciseren
C
differentiëren
D
uitmonden
Slide 52 - Quiz
Mijn zus (.......) andermans moeilijkheden altijd, terwijl ze die van zichzelf beschouwt als heuse wereldproblemen.
A
ruïneert
B
intimideert
C
generaliseert
D
bagatelliseert
Slide 53 - Quiz
Vragen
Slide 54 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Blok 2. Les 8. Alles voor de toets.
Janvier 2021
- Leçon avec
47 diapositives
Onderwijsassistenten
MBO
Studiejaar 1
SchrijfexamenDoelgroepTekstdoelBEBO220
Janvier 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Blok 2 les 5 - Woordenschat Contextzinnen en werkwoordspelling VD en BNW
Décembre 2020
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Blok 3 les 6
Mars 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Blok 3 les 6
Mars 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Les werkwoordspelling (afronden 3F)
Mai 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
20220323 VEZO321AH niveau 3 leerjaar 1 woordenschat 3v5
Mars 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling 1
Mars 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2