Hoofdstuk 3, herhaling lezen en woorden les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Nederlands

Welkom bij Nederlands!

Benodigdheden:

• Leesboek
• Werkboek en schrift
• Online methode 

Lezen

Korte verhalen

Programma:

• Lezen
• Herhaling woorden
• Herhaling lezen 

Leerdoelen komende periode:

• Ik kan verschillende tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
• Ik kan mijn mening schriftelijk onderbouwen met argumenten
• Ik kan een tekst schrijven en lezen met signaal- en verwijswoorden

Wat betekent 'vinnig' in het Nederlands?

1. Snel
2. fel
3. vlug
4. traag

Wat houdt het in om iets
toe te lichten?

1. verduidelijken
2. verbergen
3. negeren
4. uitleggen

Wat betekent het woord 'immers'?

1. maar
2. inderdaad
3. namelijk
4. toch

Wat betekent 'mijden'?

1. Iets of iemand volgen
2. Iets of iemand benaderen
3. Iets of iemand helpen
4. Iets of iemand ontlopen

Wat is de betekenis van 'aansporen'?

1. Iemand straffen
2. Iemand in de weg staan
3. Iemand aanmoedigen
4. Iemand negeren

Wat betekent 'efficiënt'?

1. Onhandig en chaotisch
2. Met het beste resultaat
3. Langzaam en moeizaam
4. Heel veel bereiken

Noteer de afleidingen van het land tussen haakjes

De (Nederland) .......... regering denkt na over vuurwerkverbod.

Noteer de afleidingen van het land tussen haakjes

De (Nederland) .......... regering denkt na over vuurwerkverbod.

Noteer de afleidingen van het land tussen haakjes

Van de (Frankrijk) .......... regering mag vuurwerk het hele jaar door gekocht worden.

Werkwijze:
We werken 1 minuten in stilte.

Daarna bespreken we welke opdrachten extra moeten worden uitgelegd.

Werkwijze:

• Verkennend lezen 'Wat weten we al over de tekst(soort)
• Lees alinea 1
• Bekijk de antwoord opties, je kan nu al bekijken welke antwoorden het zeker niet zijn. 
  
  
• Antwoord:
  De tekst is een betoog. Een betoog heeft als doel iemand te overtuigen van zijn/haar mening. 
  In de eerste alinea geeft de schrijver zijn mening: 'Ik ben voor een vuurwerkverbod, en in dit betoog leg ik uit waarom. '

Werkwijze:

•  Zie alinea 2-3-4
  Allereerst, daarnaast en tot slot.

Werkwijze:

•  Zoek in de tekst naar signaalwoorden voor een tegenstelling
• ‘Ze zeggen dat vuurwerk een traditie is en dat het gezelligheid brengt. Toch is dit geen goede reden om door te gaan. Er zijn namelijk alternatieven…’

Werkwijze:

•  Zoek in de tekst naar signaalwoorden voor een reden
• daarom, bijvoorbeeld

Weektaak woorden 3. 5

Signaalwoorden

Basis opdrachten	Thema 3, 3.5: 5,6,8,9,15
Extra opdrachten	Thema 3, 3.5 overige opdrachten
Klaar	Maak flitskaartjes van de woorden: (op papier of digitaal) aansporen, efficient, mijden, immers, toelichten, vinnig 2.3 Versterk jezelf

Basisopdrachten	Thema 3, 3.3 Les 1: 4-5- 7- 8 -9 Les 2: 12-13-14 -15
Extra opdrachten	6 - 16 - 19 - 20 - 21- 22 Versterk jezelf
Klaaropdrachten	Lezen in leesboek Noteer de antwoorden op de lesvragen in je schrift. Werk aan fictie opdrachten 2.1

Leerdoelenkaart

Extra opdracht:
Maak een kwartetspel van de signaalwoorden en speel dit samen. 

Oefen de signaalwoorden!

Verdien het meeste goud

De kern is nog niet helemaal af. Schrijf zelf één extra alinea voor de kern.  
Start hiermee met een (ander) signaalwoord voor een opsomming.