Toets zinsdelen met wg en ng 2 havo les

oefeningen zinsdelen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

oefeningen zinsdelen

Slide 1 - Diapositive

 Noteer van de volgende zinnen: 
pv - persoonsvorm
ow - onderwerp
wg - werkwoordelijk gezegde
lv - lijdend voorwerp
Let op: niet in elke zin zit een lijdend voorwerp. Noteer dan een kruisje.

Slide 2 - Diapositive

Op de Dam kun je desgewenst honderden duiven voeren.
Er blijven zinsdelen over. Noteer ze.

Slide 3 - Question ouverte

Waarom speelt Joep de bal nooit over naar de vrije man?
Er blijven zinsdelen over. Noteer ze.

Slide 4 - Question ouverte

Afgelopen winter waren veel Nederlanders aan het schaatsen op slootjes en meren.

Er blijven zinsdelen over. Noteer ze.

Slide 5 - Question ouverte

Wat zijn ze rechts van het kleine schuurtje aan het doen?

Slide 6 - Question ouverte

Noteer van de volgende zinnen: 

lv - lijdend voorwerp
mv - meewerkend voorwerp
Let op: niet in elke zin zit een lijdend voorwerp en/of een meewerkend voorwerp. Noteer dan een kruisje

Slide 7 - Diapositive

De politie gaf de foutparkeerder een fikse bekeuring.

Slide 8 - Question ouverte

Onze aardrijkskundeleraar leerde ons gisteren
een mooi trucje.

Naast ow en wg blijft een zinsdeel over. Noteer (dat) .

Slide 9 - Question ouverte

Op een heldere avond kun je veel sterren aan de hemel zien staan.

Naast ow en wg blijven er zinsdelen over. Noteer die.

Slide 10 - Question ouverte

Op de onderste plank van de boekenkast liggen de oude lp's van mijn vader.

Slide 11 - Question ouverte

Zij heeft de kast een likje verf gegeven.

Slide 12 - Question ouverte

Toets zinsdelen
C. Noteer van de volgende zinnen de
bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Let op: in een zin kunnen meerdere bwb-en staan.

Slide 13 - Diapositive

Volgend jaar gaan we kamperen in Frankrijk.

Slide 14 - Question ouverte

Hij had het heel lang geheim gehouden.

Slide 15 - Question ouverte

Daar kijkt ze nooit!

Slide 16 - Question ouverte

In de voorjaarsvakantie heb ik een uur in de kou gestaan.

Slide 17 - Question ouverte

Toets zinsdelen
D. Benoem de dikgedrukte zinsdelen.
Kies uit:
A. Onderwerp
B. Lijdend voorwerp
C. Meewerkend voorwerp
D. Bijwoordelijke bepaling 

Slide 18 - Diapositive


De gitaar wordt tijdens de pauze uitgebreid gestemd door de gitarist.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 19 - Quiz


Na de verkiezingen is J.P. Karelsen
opgestapt als lijsttrekker van zijn partij.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 20 - Quiz


E-mail mij geen onzinnige berichten meer. 

A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 21 - Quiz


De oude bomen zullen overmorgen
worden gekapt. 
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 22 - Quiz

Met dergelijke karweitjes verdiende ik
mijn eerste zakgeld.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 23 - Quiz


Met dergelijke karweitjes verdiende ik mijn eerste zakgeld.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 24 - Quiz

De winkelwagentjes staan sinds gisteren
voor de ingang van de winkel 
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 25 - Quiz

Toets zinsdelen
E.  Welke stelling is waar? 

Slide 26 - Diapositive


A
Als een van de werkwoorden zijn, worden, blijven, blijken, of schijnen in een zin staat, is er altijd sprake van een naamwoordelijk gezegde.
B
Een werkwoordelijk deel bevat alle werkwoorden uit de zin.
C
In een zin met een naamwoordelijk gezegde kan ook een lijdend voorwerp staan.

Slide 27 - Quiz

Alberto wordt straaljagerpiloot.
A
'wordt' is een koppelwerkwoord
B
'wordt' is een zelfstandig werkwoord

Slide 28 - Quiz

Alberto wordt straaljagerpiloot.
A
Er is geen werkwoordelijk deel.
B
'wordt' is het werkwoordelijk deel.

Slide 29 - Quiz

Alberto wordt straaljagerpiloot.
A
'Wordt straaljagerpiloot' is het naamw. gezegde.
B
'Wordt straaljagerpiloot' is het naamw. deel.

Slide 30 - Quiz

Alberto wordt straaljagerpiloot.
A
'straaljagerpiloot' is het naamw. deel.
B
'Alberto' is het naamw. deel.

Slide 31 - Quiz

Toets zinsdelen
G.  Hoe noem je het onderstreepte zinsdeel? 

Slide 32 - Diapositive

Die pizzeria schijnt

te serveren.
een fantastische
pizza Calzone
A
lv
B
nw deel van gz
C
geen van beide

Slide 33 - Quiz

Op de snelweg wordt onze auto met gemak door iedereen

ingehaald.
A
lv
B
nw deel van gz
C
geen van beide

Slide 34 - Quiz

De eerste weken na de grote opening is het vooral op zaterdag
geweest in de luxe kapperszaak.

erg druk
A
lv
B
nw deel van gz
C
geen van beide

Slide 35 - Quiz