Les 34 (26-02)

Cours du 26 février
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Cours du 26 février

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole
  • Herhalen
     - être en avoir
  • Praten over leraren en vakken
  • Paragraphe H
    - Het bezittelijk voornaamwoord.
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Diapositive

Presentie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les....
...kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken. 


Slide 4 - Diapositive

Huiswerkcontrole
- ex. 24a, b, c
- ex. 25
- ex. 26a, d



Open je boek op p.120-123

Slide 5 - Diapositive

Herhalen:
être en avoir
Pak een bordje.

avoir
Schrijf op, het rijtje van 'avoir'. 

être
Luister nu mee met 17b op p. 113.

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden
in het Nederlands?

Slide 7 - Carte mentale

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord.

Een bezittelijk voornaamwoord geeft altijd aan van wie iets is.

Kijk eens mee naar onderstaande zinnen:
1. Le stylo est bleu. C'est mon stylo.
2. La prof de gym est sympa. Heureusement, c'est ma prof.
3. Les copains sont gentils. Oui, ce sont mes copains.

Kijk eens naar de dikgedrukte woorden. Dit zijn voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden. Wat zou de regel kunnen zijn voor de vorm?
Kun je de Nederlandse vertaling al raden?

Slide 8 - Diapositive

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord hangt de vorm altijd af van het geslacht en het getal  van het zelfstandig naamwoord. Dit geeft het volgende schema:


Slide 9 - Diapositive

Even oefenen
C'est ton stylo? Oui, c'est mon stylo. 
C'est ton livre? Oui, c'est mon livre.
C'est ta prof? Oui, c'est ma prof.
Ce sont tes copains? Oui, ce sont mes copains.

> Zoek alle vertalingen van 'mijn' en 'jouw' in bovenstaande zinnen.

Slide 10 - Diapositive

Let op!
Als een zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je mon, ton, son. 

Julie est mon amie (v).
C'est mon histoire (v).

Slide 11 - Diapositive

Le tâche
Jullie gaan nu bezig met je tâche. 
  • Maak je foto's voor je poster. 
  • Schrijf alvast zinnen op die je gaat gebruiken onder foto's.


> 10 maart uiterlijke inleverdatum!

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting
Noem het rijtje van 'jouw'. 

Waarom zijn de vormen verschillend?


Slide 13 - Diapositive

Les devoirs


apprendre het bezittelijk voornaamwoord.

Maken:
- ex. 30c, d, e

10 maart inleveren Roman Photo, eindopdracht periode 3.

Slide 14 - Diapositive