Spelling dictee WP 19 letterrover
1 / 18
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
jarren
B
jaren
C
jaaren
D
tijden
Slide 3 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
sturen
B
sturren
C
rijden
D
stuuren
Slide 4 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
reppen
B
reepen
C
repen
D
chocolade
Slide 5 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
oogen
B
oggen
C
ogen
D
kijkers
Slide 6 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
de schuuren
B
de schurren
C
de kelder
D
de schuren
Slide 7 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
knopen
B
knoppen
C
knoopen
D
ritsen
Slide 8 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
steenen
B
stenen
C
stennen
D
keien
Slide 9 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
nammen
B
naamen
C
mannen
D
namen
Slide 10 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
De peren
B
De peeren
C
De perren
D
De appels
Slide 11 - Quiz
Bij welk woord is de letterrover langs geweest?
A
De murren
B
De muren
C
De muuren
D
De grond
Slide 12 - Quiz
Ik vind het ... als je komt
A
fijn
B
vijn
C
fein
D
vein
Slide 13 - Quiz
Suze wil het liefst een eigen...
A
paart
B
paard
Slide 14 - Quiz
Ik geef mijn hond een...
A
aaj
B
aai
Slide 15 - Quiz
De .... van mama is het lekkerst.
A
soep
B
zoep
Slide 16 - Quiz
De suikerspin is lekker...
A
soet
B
zoet
