week 2 les 2 ik vorm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

- Samen lezen blz. 61 t/m  65

- Leerdoel/ Instructie

- Zelfstandig werken

- blooket

Leerdoel/ instructiefilmpje

Je leert over de ik-vorm van werkwoorden.

De ik- vorm van een werkwoord 

Voor de spelling van de werkwoorden heb je speciale spellingsregels. In die spellingsregels gebruik je vaak de ‘ik-vorm’. De ik-vorm is het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ‘ik’ komt te staan. Deze ik- vorm noem je de stam.

De ik- vorm (stam) van een werkwoord.

Zo schrijf je de ik-vorm van een werkwoord:

● hele werkwoord: denken → ik denk → de ik-vorm van denken is denk.

● hele werkwoord: slapen → ik slaap → de ik-vorm van slapen is slaap.

Let op!

De ik-vorm eindigt nooit op een v of een z:

   

● proeven → ik proef → de ik-vorm is proef.

● reizen → ik reis → de ik-vorm is reis.

Let op!

De ik-vorm eindigt nooit op twee dezelfde medeklinkers:

   

● bukken → ik buk → de ik-vorm is buk.

● zetten → ik zet → de ik-vorm is zet.

● schudden → ik schud → de ik-vorm is schud.

Even oefenen.....

Wat is de stam van de volgende woorden?

• werken
• zien
• omzien
• overslaan
• winnen 
• zetten

Zelfstandig werken 

- Ga naar het boek van editie 6.

- Ga naar hoofdstuk 2: beroemd.

- Ga naar de: ik- vorm van een werkwoord

- Maak opdracht 1 t/m 8

Blooket

de ik- vorm (stam)