20220119 DVLG221AH niveau 2 Schrijven - schrijfvaardigheid – stage

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

DVLG221AH

19 januari 2022

TOETSEN

1A: werkwoordspelling en 1B: taalverzorging.

2: toets SCHRIJVEN: 26-01-2022 (herkansing 03-02-2022).

3: toets LEZEN: 09-03-2022 (herkansing 16-03-2022).

4: toets PRESENTATIES: mei en juni 2022

Terugblik: 

08-12: Schrijven

Schrijfdoel: het doel wat je wilt bereiken als schrijver.

Informerende tekst: De lezer iets vertellen over een bepaald onderwerp. 

Overtuigende tekst: De lezer overtuigen door jouw argumenten. 

Doelgroep: de groep mensen voor wie jij de tekst schrijft.

Formeel taalgebruik: Schrijven voor mensen die jij niet kent. Netjes schrijven en met 'u' aanspreken.

Informeel taalgebruik: Schrijven voor mensen die je kent zoals vrienden, familie en kennissen. Je spreekt de lezer aan met 'je'.

15-12: Schrijven

- Ik heb de situatie goed toegelicht (inleiding)

- Ik heb alle belangrijke informatie gegeven (kern)

- Ik maak duidelijk wat ik van de ontvanger wil (slot)

15-12: Schrijven

Structuur:

• Ik heb de informatie in een logische volgorde gezet.
• Ik heb de informatie op een logische manier in alinea's verdeeld.
• Ik heb verbanden tussen zinnen en alinea's aangegeven met signaalzinnen en signaalwoorden.

15-12: Schrijven

Afstemming op ontvanger:

- Ik heb mijn taalgebruik afgestemd op de ontvanger (u / je)

- Ik heb rekening gehouden met de voorkennis van de ontvanger (gebruik van vaktermen)

Lesdoelen

• Kennismaking/motivatiebrief 

Wat moet er in een kennismakingsbrief aan je toekomstige werkplekbegeleider staan?

Tekst 

indeling

• Om een brief te schrijven is het belangrijk dat je weet welke indeling je moet gebruiken.
  
  
• Iedere tekst bestaat uit een:
  - inleiding
  - middenstuk
  - slot

Inleiding

Hier schrijf je wie je bent, je persoonlijke situatie en wat de reden is waarom je de brief stuurt.

Middenstuk

Hier beschrijf je waar je goed in bent, wat je kwaliteiten zijn. 

Ook beschrijf je hier informatie over de doelgroep, je legt uit wat je bevindingen zijn over de organisatie.

Slot

Hier leg je uit wat voor begeleiding je denkt nodig te hebben. 

Ook spreek je je verwachtingen uit over je aankomende stage.

Stappenplan

schrijven

Stap 1: vooraf  bedenken

• Schrijfdoel: Wat wil ik bereiken?
• Doelgroep: Voor wie schrijf ik?
• Onderwerp: Waar gaat het over?
  
• Deelvragen: Waar wil ik antwoord op geven/welke onderwerpen wil ik behandelen?

Stap 2: voorbereiden

• Wat weet ik al?
• Welke informatie moet ik geven ?
• Wat zijn mijn deelvragen?
• Hoe kom ik aan die informatie? 
  
  

Stap 2: voorbereiden

• Noteer alle informatie.
• Maak een indeling.
  
• Plaats de informatie in de juiste alinea.
• Kijk of alle deelvragen zijn behandeld.

Stap 3: Schrijf de inleiding

• Hiermee trek je de aandacht van de lezer.
• Hier benoem je het onderwerp.
• Je vertelt waarom je de brief schrijft.
  
  
  
• Let op: na de inleiding volgt er een witregel.

Stap 4: Schrijf het middenstuk

• Werk elke deelvraag uit.
• Plaats een witregel tussen de alinea's.
  
  
  
  
• Let op: na het middenstuk volgt er een witregel.

Stap 5: schrijf het slot

• Sluit de tekst af.
• Je geeft geen nieuwe informatie meer.
• Je benoemt je verwachtingen.
  
  
  
• Let op: na het slot volgt er een witregel.

Stap 6: controle

• Juiste tekstdoel?
• Taalgebruik afgestemd op doelgroep?
• Deelvragen uitgewerkt?
• Juiste indeling?
• Witregels?

Zijn hier vragen over?

QUIZ

Welke hoort er bij stap 1:
'Vooraf bedenken'?

1. Slot schrijven
2. Deelvraag beantwoorden
3. Doelgroep bepalen

STAP 2: 'Voorbereiden'
Wat ga je doen?

Hoe noem je het eerste deel van een tekst?

1. Kern
2. Middenstuk
3. Slot
4. Inleiding

Wat schrijf je in de inleiding?

1. Wat je hobby's zijn.
2. Waarom je schrijft.
3. Wat je verwachtingen zijn

Wat is de opbouw van een tekst?

1. Inleiding en kern
2. Inleiding, middenstuk en slot
3. Kern en slot
4. Inleiding en slot

Wat plaats je tussen de alinea's?

1. Een punt
2. Een streep
3. De titel
4. Een witregel

Wat moet je controleren
aan het einde van alle stappen?

Opdracht: interview

• Op het opdrachtblad staan een aantal zaken die in je                   kennismakingsbrief naar voren moeten komen.
• In drietallen ga je elkaar interviewen.
• Student 1: wordt geïnterviewd.
   Student 2: neemt het interview af.
   Student 3: schrijft de antwoorden op.

Wat? Opdracht maken

Hoe? Individueel

Hulp? Vinger opsteken

Tijd? 10 minuten

Uitkomst? 

 OPDRACHT interview

       

Wat?  Interview in drietallen

Hoe?  Gebruik het werkblad  

Hulp?  Kijk eerst samen naar een mogelijke oplossing.

Tijd?  15 minuten ( 5 minuten per student)

Uitkomst?  Je hebt informatie die je kan 

gebruiken voor je kennismakingsbrief

Opdracht: interview

1. Wie ben je, hoe oud ben je en waar woon je?
2. Wat is je vooropleiding en welke opleiding volg je nu?
3. Waarom heb je voor je huidige opleiding gekozen?
4. Wat zijn jouw positieve eigenschappen? Waar ben je goed in?
   
5. Welke dingen wil je op je stage graag leren? 
6. Waar ga je stage lopen en wat verwacht je daar te moeten doen?
7. Op welke manier wil jij graag tijdens je stage begeleidt worden?
8. Zijn er nog zaken die je zou willen weten over je toekomstige stageplaats?

Wat? Opdracht maken

Hoe? Individueel

Hulp? Vinger opsteken

Tijd? 10 minuten

Uitkomst? 

Opdracht Kennismaking/motivatiebrief   

 

Wat? Individueel je kennismakingsbrief in Word schrijven.

Hoe? Met behulp van je antwoorden op de vragen.

Hulp? Via mail

Tijd? uiterlijk op 26-01 om 11.30 uur inleveren. Heb je vragen of wil je de opdracht op school maken dan kan dat op 26-01 (in de toetsweek) van 10.00-11.30. Heb je de opdracht al eerder ingeleverd dan heb ik jou die les niet nodig. 

Uitkomst? Je hebt motivatiebrief geschreven.

Klaar? Inleveren in CumLaude onder het kopje Stagebrief.

TOETSEN

1A: werkwoordspelling en 1B: taalverzorging.

2: toets SCHRIJVEN: 26-01-2022 (herkansing 03-02-2022).

3: toets LEZEN: 09-03-2022 (herkansing 16-03-2022).

4: toets PRESENTATIES: mei en juni 2022

Terugblik

• Kennismaking/motivatiebrief