les over slechtziend/blind

Les over slechtziend/blind zijn.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les over slechtziend/blind zijn.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kan aan het eind van de les:
  • aangeven welke beperkingen iemand heeft die slechtziend/blind is.
  • hulpmiddelen aanbieden aan een slecht ziende/blinde persoon
  • een slechtziende/ blinde begeleiden
  • braille lezen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Als iemand blind of slechtziend is heeft hij een visuele beperking.

 
Als iemand doof of slechthorend is heeft hij een auditieve beperking.

Slide 4 - Diapositive

Welke hulpmiddelen zijn er voor mensen die slecht zien of blind zijn. Kunnen jullie er een paar opnoemen?

Slide 5 - Diapositive

Braille
Braille is een speciaal lees- en schrijfalfabet voor blinde mensen. Door de letters te voelen kunnen zij zelf lezen. 

Slide 6 - Diapositive

Blinde geleide hond

Slide 7 - Diapositive

Wat is belangrijk bij het aanspreken van een persoon die blind is of slecht kan zien?

Slide 8 - Diapositive

Communicatie met een blinde
  1. Als je iemand gedag zegt, zeg meteen wie je bent.
  2. Bij een activiteit, stel de deelnemers voor. 
  3. Geef informatie in braille of d.m.v. opnames om af te luisteren.
  4. Iemand die blind is ziet je niet, zeg wat je doet! 

Braille: lezen doormiddel van letters voelen.

Slide 9 - Diapositive

Hieronder zie je een filmpje dat gaat over een school voor blinden- en slechtzienden


Slide 10 - Diapositive

Welke problemen komt iemand tegen die blind is of slecht ziet?

Slide 11 - Diapositive

-Weten jullie iets over de volgende aandoeningen aan het oog?

-
-Staar
-Wiebelogen
-Kokerzicht

Slide 12 - Diapositive

wat gaan we doen
- ervaren hoe het is om staar te hebben of slecht te zien. 
Opdracht: We gaan 2 ervaringsbrillen maken.

Slide 13 - Diapositive

Spel 1: Blind vertrouwen.
Maak tweetallen
1 persoon blinddoekt zichzelf.
De persoon zonder blinddoek begeleidt de persoon met blinddoek. 



Slide 14 - Diapositive