Hartfalen 22-11-22

HARTFALEN 
Wat gaan we doen:
Kennis quiz 14.00-14.15
Opdracht 14.15-14.50
Pauze 14.50-15.00
Theorie 15.00 -15.40
22-11-22
s.b.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

HARTFALEN 
Wat gaan we doen:
Kennis quiz 14.00-14.15
Opdracht 14.15-14.50
Pauze 14.50-15.00
Theorie 15.00 -15.40
22-11-22
s.b.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen van vandaag
Aan het einde van de les kan de student…..

- Benoemen wat hartfalen is
- Weet je het verschil tussen links en rechts decompensatie cordis
- Weet je welke onderzoeken er gedaan worden bij een patiënt met DC.
- Ken je de meest gegeven medicatie bij hartfalen

Slide 2 - Diapositive

QUIZ
Welkom bij deze mini-quiz over Hartfalen.
9 vragen om je kennis te testen!

Slide 3 - Diapositive

Onder een bradycardie verstaan we
A
een versnelde hartwerking van meer dan 80 sl/min
B
een versnelde hartwerking van meer dan 60 sl/min
C
een vertraagde hartwerking van minder dan 60 sl/min
D
een vertraagde hartwerking van minder dan 80 sl/min

Slide 4 - Quiz

Welk medicijn zou je normaal gesproken NIET voorgeschreven krijgen bij decompensatio cordis
A
anticoagulantia
B
NSAID's
C
betablokkers
D
diuretica

Slide 5 - Quiz

Uit welke lagen bestaat de hartwand, van binnen naar buiten?
A
myocard, epicard, endocard, pericard
B
epicard, endocard, myocard, pericard
C
epicard, endocard, myocard, pericard
D
endocard, myocard, epicard, pericard

Slide 6 - Quiz

Vanuit het rechterbeen van de mens stroomt bloed terug naar het hart.
Door welke bloedvaten stroomt dit bloed terug naar het hart?

A
door de rechterbeenslagader en de aorta
B
door de rechterbeenader en de onderste holle ader
C
door de rechterbeenader en de aorta
D
door de rechterbeenslagader en de onderste holle ader

Slide 7 - Quiz

Hartfalen ontwikkelt zich altijd geleidelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat zijn typische kenmerken voor decompensatio cordis rechts?
A
duizeligheid
B
oedeemvorming in enkels en benen
C
kriebelhoest, verergerend bij platliggen

Slide 9 - Quiz

De kans op het knappen van een zwakke plek is in de aorta veel groter dan in een holle ader.
Waardoor wordt dit veroorzaakt?

A
de bloeddruk in de aorta is veel hoger dan in een holle ader
B
de wand van de aorta is dunner dan de wand van een holle ader
C
het bloed in de aorta bevat meer zuurstof dan dat in een holle ader

Slide 10 - Quiz

De bundel van His is een zijtak van de Purkinjevezels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert
A
dit bloedvat heet longader en behoort tot de grote bloedsomloop
B
dit bloedvat heet longader en behoort tot de kleine bloedsomloop
C
dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de grote bloedsomloop
D
dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de kleine bloedsomloop

Slide 12 - Quiz

HARTFALEN 
OPDRACHT
22-11-22
s.b.

Slide 13 - Diapositive

Opdracht hartfalen

Zie Teams

Slide 14 - Diapositive

HARTFALEN 
OPDRACHT Presenteren aan de groep
22-11-22
s.b.

Slide 15 - Diapositive

HARTFALEN 
Theorie
22-11-22
s.b.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Zijn er nog vragen???
Zijn de leerdoelen behaald van vandaag??
Aan het einde van de les kan de student…..
Benoemen wat hartfalen is
Weet je het verschil tussen links en rechts decompensatie cordis
Weet je welke onderzoeken er gedaan worden bij een patiënt met DC.
Ken je de meest gegeven medicatie bij hartfalen


Slide 31 - Diapositive