Hoofdstuk 2: thema 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Thema 6 Rechtszaak

Hoofdstuk 2

Schooltaalwoorden

Programma

1. Nakijken / controleren
2. introductie thema 6: video & vragen
3. woordenlijst & themawoorden
4. online: toets/opdrachten
5. offline: opdrachten werkboek  & mijn woordenboek

Nakijken / controleren

1. De opdrachten die je gemaakt heb bij thema 5 worden eerst nagekeken en beoordeeld door je docent.
2. Wanneer dit correct en volledig is, mag je verder met thema 6.

Waar denk jij aan bij 'rechtszaak'?

Vraag 2:
Ken jij belangrijke rechtszaken?
(Wat was het vonnis? Wat vond je daarvan?)

Vraag 3:

Ben je wel eens bij een rechtszaak aanwezig geweest?

Waar denk jij nu aan bij 'rechtszaak'?

Woordenlijst

1. In jullie groepje ligt een woordenlijst van dit thema.
2. Begin op de volgende, nieuwe bladzijde in je aantekeningenschrift en zet bovenaan, op de bovenste regel: Thema 6 Rechtszaak
3. Neem de woorden en hun betekenis over in je aantekeningenschrift (de kolom 'wat' hoef je niet te doen).
4. WERK NETJES
5. Is er iets niet duidelijk, roep dan je docent erbij.

Themawoorden

1. Welke woorden uit de lijst heb je in het filmpje gehoord?
2. Bedenk in tweetallen een zin met één van de woorden die niet in het filmpje zitten. Met deze zin leggen jullie uit hoe het proces in een rechtbank verloopt.
3. Boek Woordenboost: Woordenboek blz. 6. Hier noteer je de zin die jullie hebben verzonnen.

Online 

1. inloggen via Magister 
2. Thema 6: rechtszaak
3. eerste opdracht (toets) maken
4. maak je volgende opdrachten

Offline 

1. Begin in opdrachten en maak opdracht 1 & 2 op blz. 20 & 21.
2. Draai je boek om (mijn woordenboek) en maak de opdracht van thema 6 op blz. 6 verder af.
3. Draai je boek weer om en maak de thuisopdracht op blz. 21, 22, 23 (Er staat een extra uitleg op de volgende slide).

Thuisopdracht thema 6

Artikel: rechtszaak tegen Shell

• Heb je al eerder van deze rechtszaak gehoord?
• Waar draaide het om in deze rechtszak?
• Waarom was dit een belangrijke zaak?
• Wat vind je van deze zaak?