Hst 12 bijvoeglijk naamwoorden

Hst 12/13 
 "Meervoudsvormen en bijvoeglijk naamwoord"
Uitleg & oefeningen maken in deze lessonup (ca. 60 min.)
Korte pauze in het lokaal. 
+ Numo taken doen ca. 30 min (is ook huiswerk).
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hst 12/13 
 "Meervoudsvormen en bijvoeglijk naamwoord"
Uitleg & oefeningen maken in deze lessonup (ca. 60 min.)
Korte pauze in het lokaal. 
+ Numo taken doen ca. 30 min (is ook huiswerk).

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel 
 Leren wat de spelling is van het meervoud van zelfstandige naamwoorden en van bijvoeglijke naamwoorden. 
'De optimale manier'
'Het mooie meisje'
'De geweldige wedstrijd'
'Het leven is leuk'

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hoe schrijf je het meervoud van
guppy?
A
guppies
B
guppy's
C
guppys

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
djembé?
A
djembees
B
djembé's
C
djembés

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
gewelf?
A
gewelfs
B
gewelfen
C
gewelven

Slide 13 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
schub
A
schubben
B
schuben
C
schubs

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
ambulance
A
ambulances
B
ambulance's
C
ambulancen

Slide 15 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
sms
A
sms'
B
sms'es
C
sms-en
D
sms'en

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
vers
A
versjes
B
verzen
C
versen
D
verses

Slide 17 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
hertog
A
hertogen
B
hertoggen

Slide 18 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
toffee
A
toffee's
B
toffees
C
toffeeën
D
toffeën

Slide 19 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
slechterik
A
slechterikken
B
slechteriken

Slide 20 - Quiz

Geef twee meervouden voor:
meubel, been, motor, strip, aquarium, eigenaar (vraag 2, blz. 51)

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf voor je zelf op vraag 3 
timer
3:00

Slide 22 - Diapositive

Vraag 3 
a ceremonies, ceremonieën, ceremoniën
b euro’s                                            h. comedy's
c maïskolven                                  i. hiërogliefen
d kalveren                                        j. tweeën
e encyclopedieën
f verantwoordelijkheden
g explosies

Slide 23 - Diapositive

Meervoud van elf?
Elfen of elven?
Of allebei? 
11, 11 etc. = meerdere elven
Je-weet-wel, die van Lord of the Rings, dat zijn elfen...

Slide 24 - Diapositive

Waarom is musea's GEEN goede meervoudsvorm? 

Slide 25 - Diapositive

Vakman, timmerman, zakenman: hoe kun je daar een een meervoud van maken? 

Overigens: kan ook van vakvrouw, timmervrouw, zakenvrouw!

Slide 26 - Diapositive

Vakmannen, vakvrouwen en vaklui 
Timmermannen, timmervrouwen en timmerlieden
Zakenmannen, zakenvrouwen, zakenlui

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
een (braaf) hond
A
braaf
B
braafe
C
braave
D
brave

Slide 33 - Quiz

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
een (goud) horloge
A
goud
B
goude
C
gouden

Slide 34 - Quiz

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
het of de (?) (mooi) boek
A
de mooie boek
B
het mooie boek
C
de mooi boek
D
het mooi boek

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Suske en Wiske hebben altijd een titel met een bijvoeglijk naamwoord. Verzin er zelf één!

Slide 38 - Question ouverte

Tip!
Wil je je spelling, ook voor werkwoordspelling, oefenen?

Download deze app en behandel elke dag 4 korte vragen
Zet hem op 2F 

Slide 39 - Diapositive

Numo 
De taken zijn huiswerk voor dinsdag
Werken met Numo .

Slide 40 - Diapositive