Thema 6 les 19

Thema 6 les 19
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 6 les 19

Slide 1 - Diapositive

Wat zien we hier?

Slide 2 - Diapositive

Doel
Ik kan het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in een zin vinden.


Slide 3 - Diapositive

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?


Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt.

Eindigt meestal op -en. 


Slide 4 - Diapositive

Is het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Voorbeeld:
De witte stoel

Staan: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Zitten: bijvoeglijk naamwoord

Op mijn teken maak je een keuze

Slide 5 - Diapositive

De kartonnen doos



Staan: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Zitten: bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Diapositive

De lieve jongen



Staan: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Zitten: bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Diapositive

De fluwelen stem



Staan: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Zitten: bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Diapositive

De leren bank



Staan: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Zitten: bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Diapositive

De blauwe fiets staat voor het stalen bankje. 

1) Vind het zelfstandig naamwoord(en)
2)Vind de bijvoeglijke naamwoorden(en)
3) Welk bijvoeglijk naamwoord is stoffelijk?

Slide 10 - Diapositive

Zoek het zelfstandig naamwoord.  


Het zilveren standbeeld staat daar mooi.

  

Slide 11 - Diapositive

Zoek het zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord. 


Het stalen kozijn roest niet.

Slide 12 - Diapositive

Zoek het zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord. Welke is stoffelijk? 


De ijzeren haak hangt aan de rode muur.

Slide 13 - Diapositive

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord? 


In die grijze jas zit een metalen fietssleutel.

Slide 14 - Diapositive

Boos zijn, is net als een papieren vliegtuig, het is zo weggevlogen.

Slide 15 - Question ouverte

De oude man en de jonge vrouw hebben een gouden toekomst.

Slide 16 - Question ouverte

Mijn lieve vriendin geeft mij een zilveren ring.

Slide 17 - Question ouverte

De gevoelige brief zat in een glazen lijstje.

Slide 18 - Question ouverte

Ik kan het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de zin vinden.
Ik vind het lastig. Ik werk aan de instructietafel
Ik kan het redelijk. Ik maak zelf/samen 1 en 2.
Ik kan het goed, ik maak zelf/samen 2 en 3.

Slide 19 - Sondage