Bijvoeglijknaamwoord

Bijvoeglijknaamwoorden
Klas 1
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bijvoeglijknaamwoorden
Klas 1

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Bijvoeglijknaamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) vertelt iets over een zelfstandig naamwoord. Je zegt bijvoorbeeld: Wat een leuke fiets! Het bijvoeglijk naamwoord leuke vertelt iets over het zelfstandig naamwoord fiets.

Slide 3 - Diapositive

Zo vind je een bijvoeglijk naamwoord

• Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord: een mooie film (zn); nieuwe , grote huizen (zn).
• Soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord: De film (zn) is mooi. De huizen (zn) zijn nieuw en groot.
• Een bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met een -e): zwak → zwakke; mooi → mooie.
• Bij de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je de ‘trappen van vergelijking’ gebruiken: gaaf – gaver – gaafst.
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is:
een zilveren oorbel, een plastic emmer.




Slide 4 - Diapositive

Zo vind je een bijvoeglijk naamwoord

• Een bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met een -e): zwak → zwakke; mooi → mooie.
• Bij de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je de ‘trappen van vergelijking’ gebruiken: gaaf – gaver – gaafst.
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is:
een zilveren oorbel, een plastic emmer.




Slide 5 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijknaamwoord


Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is:
een zilveren oorbel, een plastic emmer.




Slide 6 - Diapositive

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Sonja gebruikt liever haar katoenen zakdoek.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Er staan gouden letters op geborduurd: Sonja.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

En op één hoekje staat een fluwelen poesje.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Fatima vindt dat vies en gebruikt nog liever een houten zakdoek, zegt ze.

Slide 10 - Question ouverte

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
bijvoegelijk naawoord
Zij heeft een kartonnen doos ontvangen.
Dit is een katje om met fluwelen handschoentjes aan te pakken.
Hij gebruikt wel eens lelijke scheldwoorden als hij boos is.
In zijn schoenen zitten stalen neuzen.
De rups hangt aan een zijden draadje.
In de zinnen staan mooie woorden.

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Zij heeft een kartonnen doos ontvangen.

Slide 12 - Carte mentale