Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Redactiesommen
Slide 1 - Diapositive
Stephan legt per uur op de fiets gemiddeld 16 km af. Van Amsterdam naar Amersfoort is 48 km. Stephan fietst hierover ..... uur?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 2 - Quiz
Als drie koeken 4,50 euro kosten, dan kosten 12 koeken ...... euro?
Slide 3 - Question ouverte
Rayan heeft 124 knikkers. Hij verliest een vierde deel. Hoeveel knikkers over?
Slide 4 - Question ouverte
In een bos is 1 op de 5 bomen ziek. Er staan 1000 bomen in het bos. Hoeveel bomen zijn ziek?
Slide 5 - Question ouverte
Als je van Amsterdam naar Parijs rijdt, ligt op eenderde van de reis Brussel. Van Amsterdam naar Parijs is 450 km. Wat is de afstand tussen Brussel in Parijs in km.
A
150
B
350
C
300
D
250
Slide 6 - Quiz
Het gemiddelde van 18, 20, 22 en 24 is?
Slide 7 - Question ouverte
Van 400 euro krijgt Abdel de helft, Narjiss het vierde deel en Ikram de rest. Hoeveel krijgt Ikram?
Slide 8 - Question ouverte
130 is 2% van ...?
Slide 9 - Question ouverte
In het getal 34.567 is de 4 ........ meer waard dan 5.
Slide 10 - Question ouverte
3 / 10 deel van een meter is ........ dm?
A
30
B
300
C
130
D
3
Slide 11 - Quiz
Honderd euro is 10 eurocent meer dan .....?
A
99, 99 euro
B
99,00 euro
C
99, 90 euro
D
100,10 euro
Slide 12 - Quiz
2 % van 2700 is ....... meer dan 3% van 900
Slide 13 - Question ouverte
Mustafa vliegt tweemaal per maand heen en terug van Amsterdam naar Londen. Afstand tussen de plaatsen is 190 km. Hoeveel km legt hij per jaar af