Spelling: Komma, dubbele punt, aanhalingstekens & puntkomma

Cursus 7 §6  
Komma, dubbele punt, aanhalingstekens & puntkomma

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Cursus 7 §6  
Komma, dubbele punt, aanhalingstekens & puntkomma

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
 
1. Belang van leestekens
2. Theorie spelling §6
3. Maken opdr. 1-4

Slide 2 - Diapositive

Belang van leestekens

Slide 3 - Diapositive

Leestekens
Leestekens helpen bij het lezen van een tekst. Ik zal vandaag de belangrijkste regels met jullie behandelen.

punt, vraagteken, uitroepteken, komma, dubbele punt, aanhalingstekens, puntkomma.

Slide 4 - Diapositive

Punt, uitroepteken, vraagteken
De bekendste leestekens zijn die aan het eind van de zin:

- de punt bij gewone zinnen.
- het vraagteken als er een letterlijke vraag wordt gesteld.
- het uitroepteken als er sprake is van een bevel of uitroep.

Slide 5 - Diapositive

Komma
De komma gebruiken we:
- Voor en/of na een aanspreking
- Tussen de delen van een opsomming (behalve voor het laatste deel)
- Tussen twee persoonsvormen
- Voor en achter een bijstelling (Milan, de slimste jongen van de klas, heeft weer zijn huiswerk niet gemaakt.
- Tussen de delen van een samengestelde zin (vooral voor de voegwoorden)

Slide 6 - Diapositive

Dubbele punt
De dubbele punt gebruiken we om:
- aan te geven dat er een opsomming volgt
- aan te geven dat er een verklaring/uitleg volgt
- aan te geven dat er een letterlijk citaat volgt
- aan te geven dat er een gedachte volgt

Slide 7 - Diapositive

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruiken we om:
- aan te geven dat het woordbeeld bedoeld wordt; niet de betekenis (Hoe schrijf je 'onmiddellijk'?)
- aan te geven dat iets een letterlijk citaat is
- aan te geven dat het woord niet letterlijk (maar bijvoorbeeld spottend) wordt gebruikt. (Jullie doen weer 'uitstekend' mee met de les.)

Slide 8 - Diapositive

Puntkomma
De puntkomma gebruiken we om:
- aan te geven dat twee zinnen sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen. (De directeur gaf toelichting bij de nieuwe maatregelen; het personeel kon vragen stellen.)
- de lange delen binnen een opsomming van elkaar te scheiden.
Voor de vergadering van volgende week moet hij:
    * zijn collega's uitnodigen;
    * een vergaderzaal reserveren;
    * de agenda opmaken.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Aan de slag
Je gaat nu zelf oefenen:
  1. Ga naar het online boek van Nieuw Nederlands Cursus 7 §6 Spelling.
  2. maken opdr 1 t/m 4
  3. Niet af? Zorg dat je het af hebt voor de volgende les

Slide 11 - Diapositive