Wiederholung Kapitel 7 en 8

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wiederholung Kapitel 7 en 8

Toetsen in periode 2

  

Leestoets PW                    week 10-11

proefwerk Kapitel 7 en 8     week 10-11

Was machen wir heute?

1. Formatieve toets bespreken

Wiederholung Kapitel 7 und 8

Lernziel: 

wiederholung  für die Prüfung

Zorg dat je je aantekeningen schrift en een pen klaar hebt liggen!!!!

Stof proefwerkweek

1. Lernecke Deutschbuch Kapitel 7 & Kapitel 8

- Wörterliste A + B + D + F + G S. 74 +75 en S. 110 +111

- Grammatica C + E: S. 74 + S. 75 en 114 + 115

2. Leesteksten (apart cijfer voor de leesteksten)

Stofomschrijving:

Woordenlijsten A + B + D + F + G Kapitel 7 & 8 (twee kanten op leren)

 Wat moet je moet je in de toets kunnen?

● De woorden kunnen vertalen van het Duits naar het Nederlands

● De woorden kunnen vertalen van het Nederlands naar het Duits (hierbij is het belangrijk dat je de lidwoorden ook goed leert en welke woorden er met een hoofdletter worden geschreven)

Stof proefwerkweek

Leesteksten

Hiervoor kun je niet echt leren maar wel oefenen op de ELO bij het digitale hoofdstuk van Trabitour, daar vind je leesoefeningen die je zelf kunt controleren, of op www.duitleren.org/lezen

Grammatica - De der –en ein groep in de 1e en 4e naamval herkennen om vervolgens in het stappenplan te kijken welke vorm je nodig hebt. S. 78 + 79 - Voorzetsels met de 3e naamval herkennen om vervolgens de juiste persoonlijke voornaamwoord te kiezen. S. 114

- De der – en ein – groep herkennen om in het stappenplan te kijken welke vorm je nodig hebt. S. 115

- Als er geen voorzetsel in de zin staat, de zin ontleden om te ontdekken om welk naamval het gaat. Het stappenplan op S. 189 krijg je bij de toets.

Herhaling der groep

dies- = deze  jed- = elke welch- = welke

Nieuw  ein groep opdracht 13 en 14 

3e naamval het meewerkend voorwerp

Voorzetzels met de 3e naamval

Aus bei mit nach zeit von zu außer

4e naamval het 

lijdend voorwerp

Voorzetzels met de 4e naamval

durch für gegen ohne um

Houd pagina 88-89 erbij.
(jou) Ist dieses Geschenk von...........

1. du
2. dich
3. dir

(mij) Kommst du morgen zu .......?

1. ich
2. mir
3. mich

(hem) Sie ist ganz gerne bei............

1. ihm
2. er
3. ihn

(jullie) Morgen kommen wir schon früh zu .........

1. ihr
2. uns
3. euch

Hausaufgaben 

Leren: 

Alle Wörterliste Kapitel 7 & 8

Bingo volgende week.

Nog vragen voor de toets?