Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
8.3 Democratisering
Slide 1 - Diapositive
KA: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
Slide 2 - Diapositive
Nederland is een "Democratie". Wat is een democratie?
Slide 3 - Question ouverte
Begripsverheldering
Democratie: het volk bepaald.
Indirect of direct?
Direct; volk bepaalt letterlijk het beleid van een staat
Indirect; het volk kiest vertegenwoordigers die in plaats van hen het beleid en bestuur regelen
Slide 4 - Diapositive
Onderdaan of burger?
Onderdaan: gehoorzamen / iemand anders geeft vorm aan samenleving / autoriteit boven zich
Burger: zelf samenleving vormgeven / verantwoordelijkheid ligt bij burger zelf / betrokken bij ‘samen'leving
Zijn wij in Nederland burgers of onderdanen?
Slide 5 - Diapositive
Nederland heeft een rechtsstaat. Wat is een rechtsstaat?
Slide 6 - Question ouverte
Idee en oorsprong van de rechtsstaat
Wat is een rechtsstaat?
Een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermt tegen de macht en willekeur door de overheid
Wie heeft wel eens te maken gehad met de rechtstaat?
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Rechtsstaat of dictatuur?
Is er bij deze leiders sprake van een rechtstaat?
Ons gevoel zegt van niet, maar waarom?
Slide 10 - Diapositive
De ontwikkeling van de parlementaire democratie in Nederland
Geschiedenis
Slide 11 - Diapositive
Restauratie in de Nederlanden
Na de nederlaag van Napoleon komen Europese vorsten bijeen bij het Congres van Wenen (1815)
Wens: teruggaan naar de politieke situatie vóór de Franse Revolutie
Dit noemen we de Restauratie
Overal in Europa komen koningen aan de macht, ook in Nederland.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Restauratie in de Nederlanden
Nederland werd een monarchie met een grondwet = constitutionele monarchie
Zuid-Nederland werd aan het noorden toegevoegd
De Staten-Generaal werd gesplitst in een Eerste Kamer en Tweede Kamer
Koning Willem I was staatshoofd én regeringsleider, zodoende mocht hij
ministers benoemen én ontslaan.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Standpunten liberalen t.a.v. Restauratie
Veel rijke burgers (liberalen) bezorgd. Zij willen
Meer vrijheid en meer macht voor (rijke) mannen
Koning Willem I en Willem II weigeren dit.
In 1848, uit angst voor revolutie, laat Willem II de grondwet herschrijven
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Grondwetswijziging 1848
Johan Rudolph Thorbecke herschrijft grondwet: 1. Ministers zijn verantwoordelijk voor de regering 2. De koning is onschendbaar 3. Censuskiesrecht: vermogende mannen die een bepaald percentage belastingen betalen mogen stemmen (+- 73.000 mannen in 1848).