Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Vidéo
Uit hoeveel % water bestaat het menselijk lichaam?
A
50%
B
60%
C
70%
D
80%
Slide 3 - Quiz
Hoe lang kan je zonder water?
A
1 tot 2 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
5 tot 7 dagen
D
7 tot 9 dagen
Slide 4 - Quiz
Uitwisseling van stoffen
Het lichaam in
Het lichaam uit
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Urine/plas
Eten/voeding
Poep
Slide 5 - Question de remorquage
Voedingstoffen
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen. Het zijn bruikbare delen van een voedingsmiddel die belangrijk zijn voor het lichaam.
Voedingsstoffen zijn:
Bouwstoffen
Brandstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Belangrijke bouwstof voor het lichaam.
Nodig voor de groei (kinderen / pubers).
Kunnen ook als brandstof gebruikt worden.
Worden NIET als reservestof opgeslagen
Belangrijkste functie: Levert brandstof. Is ook bouwstof en reservestof.
Bijvoorbeeld: Zetmeel en suikers (glucose = brandstof).
In bijv. aardappelen en spaghetti
Belangrijkste functie: Levert brandstof. Is ook bouwstof.
Teveel wordt opgeslagen in je lichaam, bijv. onder je huid (dikkere onderhuise vetlaag). Het kan ook worden opgeslagen rond je organen.
Mineralen zijn zouten. Belangrijk als bouwstof. Ze zijn ook een beschermende stof. Bijv.: ijzer, kalk (voor de opbouw van je botten) en zout (Teveel zout is ongezond - het zit in heel veel voedingsmiddelen).
Vitaminen: Belangrijk als bouwstof en beschermende stof.
Te weinig?==> Ziek! Maar van teveel kun je ook ziek worden.
Voorbeelden van vitaminen: A (zien), C, D en K (om bijv. kalk uit je voeding op te nemen. M.b.v. zonlicht kan het lichaam Vit D maken.
Water is een belangrijke bouwstof. Het lichaam bestaat voor ong. 60 % uit water. Het vervoert stoffen in je lichaam. Die stoffen worden opgelost in water. Je bloed bestaat vooral uit water. Er zit ook water in fruit en sommige groenten (bijv. komkommer, kool, spinazie)
Vertel wat je weet en controleer
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
koolhydraten zijn:
A
brandstoffen
B
bouwstoffen
Slide 8 - Quiz
Voedingsmiddelen waar koolhydraten in zitten
Slide 9 - Carte mentale
Wat klopt NIET over koolhydraten
A
Alle koolhydraten zijn suikers
B
Koolhydraten kunnen als bouwstof worden gebruikt
C
Door koolhydraten kun je dik worden
D
Koolhydraten kunnen als brandstof worden gebruikt
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Eiwitten zijn:
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen en bouwstoffen
D
aminozuren
Slide 12 - Quiz
Welke voedingstoffen zijn belangrijk voor een gezonde lichaam?
A
Koolhydraten & Eiwitten
B
Eiwitten & Vetten
C
Koolhydraten & Eiwitten & Vetten
D
Alleen Eiwitten
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
Welke vetten zijn ongezond?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten
Slide 15 - Quiz
Gezond of niet?
A
Ja, want plantaardige vetten
B
Ja, want de juiste dierlijke vetten (omega)
C
nee, want plantaardige vetten
D
nee, want de verkeerde dierlijke onverzadigde vetten
Slide 16 - Quiz
Uit hoeveel procent vet bestaat boter
A
42 %
B
64%
C
82%
Slide 17 - Quiz
Hoeveel minuten moet je minimaal fietsen om een hoeveelheid vet te gaan verbranden?
A
139 minuten
B
25 minuten
C
51 minuten
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
Hoeveel milliliter sinaasappelsap moet je drinken om de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C binnen te krijgen?
A
60
B
172
C
603
D
580
Slide 20 - Quiz
Weten jullie het nog? welke vitamine komt veel voor in... Sleep de vitamine naar het juiste voedingsmidel
Vitamine A
Vitamine B
Vitamine C
Vitamine D
Slide 21 - Question de remorquage
Welke vitamine zorgt dat we minder snel verkouden of grieperig worden?
A
vitamine A
B
vitamine B
C
vitamine C
D
vitamine D
Slide 22 - Quiz
Sarah eet elke dag een kiwi omdat deze veel vitamine C bevat
A
Vitamine C is het voedingsmiddel
B
Kiwi is de voedingsstof
C
Vitamine C is de voedingsstof
Slide 23 - Quiz
mineralen en spoorelementen
wat zijn mineralen en spoorelementen
ijzer
kalium
calcium
fosfor
Slide 24 - Diapositive
Zeezout bevat extra mineralen.
A
goed
B
fout
Slide 25 - Quiz
Mineralen zijn
A
brandstof
B
beschermende stof
C
bouwstof
Slide 26 - Quiz
Welke mineralen zijn er?
Slide 27 - Carte mentale
Koolhydraten
Mineralen
Vetten
Eiwitten
Water
Vitaminen
Slide 28 - Question de remorquage
Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.