3.1 - Organismen ordenen

leerdoel
Ik kan de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
Ik  weet wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Biologen delen organismen in groepen in. Dat doen ze om overzicht te krijgen. Ze kijken naar de kenmerken van organismen.

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Voortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

leerdoel
Ik kan de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
Ik  weet wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Biologen delen organismen in groepen in. Dat doen ze om overzicht te krijgen. Ze kijken naar de kenmerken van organismen.

Slide 1 - Diapositive

Groepen maken
In afbeelding 1 zie je acht verschillende dieren. Deze dieren kun je in groepen verdelen. Dat kan op verschillende manieren. Je kunt kijken naar de kleur. Alle groene dieren komen dan bij elkaar in één groep. Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

 

De kleur is een kenmerk van het dier. Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken. Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen. In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is een kenmerk?

Slide 4 - Question ouverte

Vier groepen
Biologen ordenen organismen in groepen. Je moet vier groepen kennen:
• dieren
• planten
• schimmels
• bacteriën
In afbeelding 2 zie je deze vier groepen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Cellen van de vier groepen
Bij de indeling letten biologen op de kenmerken van cellen. Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend. In afbeelding 4 zie je van elke groep een voorbeeld en een tekening van een cel. Bij de cel staan de kenmerken:
• Dieren hebben geen celwand.
• Planten hebben bladgroenkorrels.
• Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celkern en celwand.
• Bacteriën hebben geen celkern.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Soorten
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort. De kleinste groep heet een soort. Een voorbeeld van een soort zijn honden.

In afbeelding 6 zie je twee honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten. Ze krijgen dan jonge hondjes. Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Dieren van dezelfde soort kunnen zich samen voortplanten en hun jongen kunnen zich ook weer voortplanten. Daarom horen een labrador en een poedel bij dezelfde soort.
In afbeelding 7 staan soorten die zich niet samen kunnen voortplanten

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat is een soort?

Slide 12 - Question ouverte