Uitleg examen spreken

Nederlands 
Presenteren
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
Presenteren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema
Spreken en gesprekken voeren




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kerndoel spreken
Je kunt redelijk vloeiend en helder ervaringen, gebeurtenissen, meningen, verwachtingen en gevoelens onder woorden brengen over onderwerpen uit
de (beroeps)opleiding.

Je kunt informatie verzamelen om over een onderwerp uit je eigen
interessegebied een voorbereide presentatie te geven.

Je kunt vragen beantwoorden naar aanleiding van deze presentatie.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les:

Ik weet wat er tijdens mijn examen spreken van mij verwacht wordt.
Ik ken de beoordelingscriteria. 
Ik maak een spreekschema voor mijn presentatie.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma vandaag
Inchecken en terugblik

Uitleg examen spreken

Opdracht en aan de slag

Klaar: Lubach Dubai, wat herken je?

Nabespreken en afsluiting
Programma

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreken

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom koos jij eigenlijk voor deze opleiding?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet je bij het
presenteren op letten?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Presenteren
Spreekvaardigheid - taalgebruik
Stemgebruik 
Houding
Oogcontact

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vertel je in de inleiding?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Presentatie
Begin met een startdia met een duidelijke titel.

Dan volgt de opbouw van je presentatie;
wat kan de luisteraar verwachten?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding
In de inleiding vertel je het doel van je presentatie.

Stel jezelf voor en vertel over welke opleiding gaat vertellen.

Prikkel de luisteraar alvast,
neem de luisteraar mee in de beleving. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kern presentatie
Leg uit waarom je voor deze opleiding gekozen hebt. 
 Geef twee redenen. 

Geef meer informatie over je opleiding.
 Wat zijn de belangrijke vakken, hoeveel leerlingen heeft de
 opleiding, wat is de verdeling tussen les en stage, enzovoorts.

Leg uit wat voor werk je na de opleiding kunt gaan doen.



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema's (kies er een paar) 
1. Vertel iets over de plek waar de opleiding wordt gegeven.
2. Vertel iets over de vakken die je krijgt;
3. Vertel iets over jouw activiteiten op school en op stage;
4. Vertel iets over wat je leert;
5. Vertel iets over omgangsnormen;
6. Vertel iets over de populatie studenten;
7. Vertel iets over de begeleiding door de docenten e.d. (Hoe worden
bijvoorbeeld taken gegeven? Hoe wordt er met je overlegd?)
8. Vertel iets over de communicatie over de opleiding die je ontvangt;
9. Vertel iets over de regels die gelden op school;
10. Vertel iets over de sfeer op school.
11. Vertel iets over het toekomstperspectief na deze opleiding.

timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Laat de studenten alvast vier thema's kiezen. 
Voor wie is dit een goede opleiding?
Wat voor iemand moet je zijn om hier succes te hebben?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke kwaliteiten & vaardigheden
Vertel welke persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden jij goed kunt gebruiken bij jouw werkzaamheden. 
Hoe helpt school je die te ontwikkelen?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een persoonlijke kwaliteit
of vaardigheid van jezelf.

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slot presentatie
Noem twee redenen waarom studenten voor jouw opleiding moeten kiezen. 
Je gebruikt hierbij de gekozen punten uit de kern.

Geef de toehoorders (medestudenten) de ruimte om een vraag te stellen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou jij je opleiding aanbevelen? Waarom wel/niet?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Eisen presentatie
- dia's met steekwoorden;
- ondersteund met foto's, tabellen of schema's;
- geef duidelijk aan wat het doel van je presentatie is;
- zorg voor een goede samenhang in je presentatie;
(inleiding, kern en slot)
- je presentatie ziet er netjes en verzorgd uit;
- minimaal 4, maximaal 6 minuten presenteren.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke doel heeft de presentatie?

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Presenteervaardigheden
- rustig en duidelijk Nederlands spreken;
- vertellen en niet oplezen;
- formeel taalgebruik;
- woordgebruik en grammatica correct.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordeling
De beoordeling verloopt in twee stappen.
1. Eerst wordt beoordeeld of je het examen volgens de opdracht hebt uitgevoerd. Dus heb je inderdaad een presentatie over je opleiding in het Nederlands gegeven en was het verstaanbaar voor de luisteraars?
2. Als punt 1 met ‘ja’ beantwoord wordt, wordt je examen beoordeeld met het beoordelingsformulier.
Als aan de eisen van punt 1 niet voldaan is, moet je je presentatie aanpassen voor een herkansing.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordeling
1 Samenhang: • Kan een duidelijk verhaal houden met een samenhangende opsomming van punten en kan daarbij het belangrijkste punt duidelijk maken. • Gebruikt korte eenvoudige zinnen en verbindt deze door de juiste, eenvoudige voegwoorden en verbindingswoorden.
2 Afstemming op doel: • Geeft spreekdoel duidelijk vorm (instruerend, informatief, onderhoudend et cetera), zodat het voor de luisteraar herkenbaar is.
3 Afstemming op publiek: • Kan het verschil tussen formele en informele situaties hanteren. • Maakt de juiste keuze voor het register en het al dan niet hanteren van taalvariatie (dialect, jongerentaal). • Kan de luisteraar(s) boeien door middel van concrete voorbeelden en ervaringen.
4 Woordgebruik en woordenschat: • Beschikt over voldoende woorden om zich te uiten. • Gebruikt, indien nodig, een omschrijving van een onbekend woord. Het kan soms nodig zijn om een omschrijving te geven van een onbekend woord.
5 Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing: • Spreekt duidelijk verstaanbaar, ondanks een eventueel accent, af en toe een verkeerd uitgesproken woord en/of haperingen. • Toont een redelijke grammaticale beheersing. • Herstel aarzelingen en fouten in zinsbouw, als deze voorkomen. • Is goed te volgen en kan zich makkelijk uitdrukken. • Vloeiendheid kan minder zijn als er nagedacht moet worden over de grammaticale vorm, de te kiezen woorden en herstel van fouten.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw cijfer
Je kunt voor elk genoemd kenmerk 0 (onvoldoende), 1 (voldoende) of 2 (goed) punten behalen. 
Het totaal van alle punten is je score. 
In dit examenonderdeel kunnen maximaal 10 punten behaald worden. 

Je scoort een voldoende als je vijf punten of meer hebt behaald.
NB: Een student mag op maximaal één beoordelingsaspect 0 punten scoren. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plan maken
Maak voordat je een PowerPointpresentatie maakt een plan met alle onderdelen zoals we die vandaag besproken hebben. 




Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik doelen
Aan het einde van de les:
Ik weet wat er tijdens mijn examen spreken van mij verwacht wordt.
Ik ken de beoordelingscriteria.
Ik maak een spreekschema voor mijn presentatie.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions