Week 27 - toets Meer dan lezen en start werkwoordspelling

Week 27 - toets Meer dan lezen en start werkwoordspelling
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Week 27 - toets Meer dan lezen en start werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Welkom th1a!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 











maandag 30 september 2024
Maandag 3 maart 2025

Slide 2 - Diapositive

Planning van deze les :

  • Maken proefwerk Meer dan lezen, §3 en §4Taalvoutje van de week
  • Lezen in je leesboek

Slide 3 - Diapositive

Taalvoutje/woordgrap van de week

Slide 4 - Diapositive

Proefwerk maken
WAT?            Je maakt het proefwerk over cursus Meer dan lezen - §3 Hoofdgedachte en §4 Tekstdoelen en tekstsoorten.

HOE?
            Antwoorden invullen op je antwoordblad. 
                        Niet op je toets schrijven!
                        Geen vragen over de toets.
TIJD               45 minuten. 
KLAAR?        Ga lezen in je leesboek. Geen laptops!
                         



KLAAR?           


Slide 5 - Diapositive

Volgende les woensdag 5 maart
We gaan starten met werkwoordspelling. Daarvoor krijg je een entreetoets (geen cijfer).


Slide 6 - Diapositive

Welkom th1a!
Ga lekker zittenn pak je spullen: 
 - je schrift en pen;
  - je leesboek:
 - je leerwerkboek Nieuw Nederlands
 
Je laptop blijft nog dicht. 










maandag 30 september 2024
Woensdag 5 maart 2025

Slide 7 - Diapositive

Aan het einde van deze periode:
  • kan ik alle werkwoorden correct spellen.


Lesdoelen, aan het einde van deze les:
  • kan ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
  • kan ik het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord benoemen.

Planning van deze les

  • Lezen in je leesboek
  • Introductie werkwoordspelling met entreetoets
  • korte pauze
  • theorie persoonsvorm spelling + sterke en zwakke werkwoorden
  • zelf aan de slag met werkwoordspelling

Slide 8 - Diapositive

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Cursus 7 : Spelling werkwoorden
Komende weken doen we werkwoordspelling, §8 tot en met §13.
We sluiten het af met een s.o. Datum wordt nog bekendgemaakt.
We starten zo met een entreetoets. Dit is niet voor een cijfer!

Slide 10 - Diapositive

Entreetoets werkwoordspelling
WAT? Je maakt de entreetoets werkwoordspelling

HOE? Antwoorden invullen op de toets
                        
TIJD   15 minuten.
KLAAR? Kom het antwoordblad halen en kijk de toets zelf na. 
Daarna toets bij mij inleveren, antwoorden mag je houden.
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
blz. 238 in Nieuw Nederlands
Wat is de persoonsvorm ook al weer?
Voorbeeld persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Bij spelling van de persoonsvorm ga je uit van de ik-vorm, het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ik komt te staan

Slide 12 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Ik-vorm: ik loop -  loop jij? 
Ik-vorm + t: jij loopt - hij/zij loopt
Hele werkwoord: wij lopen - jullie lopen - zij lopen



Het schema werkwoordspelling vind je op blz. 278.



Slide 13 - Diapositive

Goed of fout? (denk aan het werkwoord lopen)
  • Het gebeurd weer!
  • Wat vind je van Facebook?
  • Hij vind het maar stom.
  • Zij dromen van een wereldreis
  • Hij gamet zeker drie uur per dag.

Slide 14 - Diapositive

Zelf aan de slag
WAT?           Maak opdrachten 1 t/m 3 van §8 persoonvorm tt

HOE              In je boek of schrift: cursus 7 Spelling §8 Persoonsvorm                                             tegenwoordige tijd                      
HULP?         Lees de theorie blz. 238.
TIJD               5 minuten.
KLAAR?        Maak opdracht 4 van §8


KLAAR?           


timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

Sterke en zwakke werkwoorden
Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
  • lopen - liepen       fietsen - fietsten   luisteren - luisterden

  • Sterke werkwoorden - veranderen in de verleden tijd van klank
  • Zwakke werkwoorden - veranderen in de verleden tijd niet van klank, maar eindigen op -de(n) of te(n).  '-> gebruik t sexy fokschaap

Slide 16 - Diapositive

't sexy fokschaap
Haal van het hele werkwoord -en af 
Zit de laatste letter in 't sexy fokschaap?

Ja! - schrijf dan te(n)
Nee! - schrijf dan de(n)


Slide 17 - Diapositive

Evaluatie
  • Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
  • Ik kan het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord benoemen.

Huiswerk voor donderdag 6 maart:
Entreetoets afmaken en meenemen.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive