5.7 en 5.8 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

5.7 en 5.8 les 1

Vandaag werken we aan het aanwijzend voornaamwoord

en

we werken aan de tussenletter bij samenstellingen.

WOORDSOORT?

Aanwijzend voornaamwoord

Een aanwijzend voornaamwoord (av) wijst iets of iemand aan. De belangrijkste aanwijzendevoornaamwoorden zijn:

• deze, die: staan voor of in plaats van een mannelijk of vrouwelijk zn 

(de-woord) en alle meervouden: de fiets → deze fiets hier en die fiets daar

Deze hier? Nee, die daar!

• dit, dat: staan voor of in plaats van een onzijdig zn (het-woord):

het meisje → dit meisje hier en dat meisje daar

Dit hier? Nee, dat daar

opdr. 3  blz. 128

In de jas van de dode man vonden ze zijn laatste briefje.

We maken van het lidwoord een aanwijzend voornaamwoord. 

In de jas

1. In die jas..
2. In dit jas..
3. In deze jas...
4. In dat jas...

In deze jas (woordsoorten?)

van de dode man

vonden ze

zijn laatste briefje.

zelfstandig maken

blz. 228 opdracht 3

Klaar? Is 1 b,c,d af? Werk aan je schrijfdossier of aan 5.5.

SPELLING 5.8 blz. 233

We maken opdracht 3 samen.

Zelfstandig maken opdracht 5 en 6. Daarna verder met schrijfdossier.

Volgende les

nakijken en verder met grammatica en spelling

Vind je het moeilijk? Online oefenen met "test jezelf".