Dinsdag 27 september

Deutsch
Dienstag, den 27. September 2022
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Deutsch
Dienstag, den 27. September 2022

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  •  een mening formuleren over actuele thema’s in Duitsland naar aanleiding van een LOGO aflevering. 
  • de grammatica uit Lektion 1 t/m4 voor het formatief SO herhalen doormiddel van klassikale herhaling en passen deze toe in opdrachten.  
  • de woordenschat uit Lektion 1 t/m 4 herhalen doormiddel van de werkvorm falsch oder richtig.  

Slide 2 - Diapositive

Was machen wir heute?
LOGO! Sendung
Grammatik Wiederholung 
Selbständig arbeiten 
Wortschatz falsch oder richtig

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Hoe kan Olivia toch goed haar lessen op school volgen?
A
Ze let gewoon goed op in de klas
B
De meester en haar klasgenoten praten via een kleine microfoon
C
Ze gaat naar een speciale school met allemaal slechthorenden
D
Ze volgt haar lessen via de computer

Slide 6 - Quiz

Het zou helpen als we van meerdere natuurgebieden een juridische persoon zouden maken.
Oneens
Eens

Slide 7 - Sondage

Bepaalde tradities in een land moeten altijd bewaard blijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

Grammatik Wiederholung

Slide 9 - Diapositive

Wat hebben we behandeld?

Slide 10 - Carte mentale

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden
Bepaald: de/het 



de vrouw= die Frau          (v)
de man=    der Mann       (m)
het kind=   das Kind         (o)
de katten= die Katzen     (mv)
Onbepaald: een
een vrouw=     eine Frau        (v)
een man=        ein Mann        (m)
een kind=         ein  Kind         (o)
geen katten=  keine Katzen    (mv)

Slide 11 - Diapositive

Üben!
1. (de)...... Kuh (v) ist sehr groß. 

2. Er hat (een) ...... Haus gekauft. 

3. der Mann hat (geen)...... Kinder.

Slide 12 - Diapositive

Werkwoorden en persoonlijk voornaamwoorden

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet het ezelsbruggetje?
A
Partytenten
B
Feesttenten
C
Feestzaal
D
Partyzaal

Slide 14 - Quiz

u wordt in het Duits zonder hoofdletter geschreven
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Er ....... kein Geschenk.
A
kaufe
B
kaufen
C
kauft
D
kaufst

Slide 16 - Quiz

Om de stam van het werkwoord te krijgen haal je ......... van het hele werkwoord.
A
n
B
e
C
em
D
en

Slide 17 - Quiz

........ Sie in Nijmegen?
A
Wohnt
B
Wohnst
C
Wohnen
D
Wohne

Slide 18 - Quiz

Du .......... Lisa, oder?
A
heißt
B
heißst
C
heißest
D
heißen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Falsch oder richtig

Slide 23 - Diapositive

das Mädchen= het meisje

Slide 24 - Diapositive

das Abenteuer= het vliegveld

Slide 25 - Diapositive

der Onkel= de vader 

Slide 26 - Diapositive

toll= mooi

Slide 27 - Diapositive

das Einzelkind= het enige kind

Slide 28 - Diapositive

de broer= die Brüder

Slide 29 - Diapositive

zwischen= naast

Slide 30 - Diapositive

die Insel= de week

Slide 31 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je.....
  •  Een mening formuleren over actuele thema’s in Duitsland naar aanleiding van een LOGO aflevering. 
  • De grammatica uit Lektion 1 t/m4 voor het formatief SO herhalen doormiddel van klassikale herhaling en passen deze toe in opdrachten.  
  • De woordenschat uit Lektion 1 t/m 4 herhalen doormiddel van de werkvorm falsch oder richtig.  

Slide 32 - Diapositive

Hebben jullie het begrepen?

1. Er .........(wohnen) in Deutschland.

2. (de).........Musik (v)  ist ganz laut. 

Slide 33 - Diapositive

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 34 - Diapositive