Donderdag 21 september

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Deutsch

Donnerstag, den 21. September 2023

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je.....

• de grammatica uit Lektion 1 t/m3 voor het formatief SO herhalen doormiddel van klassikale herhaling en passen deze toe in opdrachten.  

• de woordenschat uit Lektion 1 t/m 3 herhalen doormiddel van de werkvorm falsch oder richtig.  

Was machen wir heute?

Grammatik Wiederholung 

Selbständig arbeiten 

Wortschatz falsch oder richtig

Grammatik Wiederholung

Wat hebben we behandeld?

Werkwoorden, persoonlijk- en vragend voornaamwoorden

Hoe heet het ezelsbruggetje?

1. Partytenten
2. Feesttenten
3. Feestzaal
4. Partyzaal

u wordt in het Duits zonder hoofdletter geschreven

1. waar
2. niet waar

(Waarvandaan) ........ kommt er?

1. Woher
2. Wo
3. Was
4. Wer

Er ....... kein Geschenk.

1. kaufe
2. kaufen
3. kauft
4. kaufst

Om de stam van het werkwoord te krijgen haal je ......... van het hele werkwoord.

1. n
2. e
3. em
4. en

(Hoe)....... alt bist du?

1. Wer
2. Wo
3. Wie
4. Was

Ihr........ (zijn) zwölf Jahre alt.

1. sind
2. seit
3. bist
4. seid

........ Sie in Nijmegen?

1. Wohnt
2. Wohnst
3. Wohnen
4. Wohne

Wir.......(hebben) zwei Brüder

1. habt
2. haben
3. hast
4. habe

Du .......... Lisa, oder?

1. heißt
2. heißst
3. heißest
4. heißen

Selbständig arbeiten!

Vragend voornaamwoorden

https://duits.net/oefeningen/voornaamwoorden/vragende/

Werkwoorden

https://mein-deutschbuch.de/grammatikuebungen-verbkonjugation.html

https://mein-deutschbuch.de/grammatikuebungen-verbkonjugation.html

https://www.mevrouwduits.nl/2021/06/28/haben-sein-oefenen/

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Werkwoorden/Haben-sein.htm

Haben und sein

https://www.colanguage.com/nl/persoonlijke-voornaamwoorden-het-duits

Persoonlijk voornaamwoorden

Falsch oder richtig

das Bundesland= het meisje

die Hauptstadt= de hoofdstad

vielleicht= misschien

der Nachname= zonder

de broer= der Brüder

de zus= die Mutter

ohne= zonder

immer= sinds

het kleinkind= die Schwester

de dochter= die Tochter

oft= vaak

aber= omdat

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je.....

• de grammatica uit Lektion 1 t/m3 voor het formatief SO herhalen doormiddel van klassikale herhaling en passen deze toe in opdrachten.  

• de woordenschat uit Lektion 1 t/m 3 herhalen doormiddel van de werkvorm falsch oder richtig.  

Hebben jullie het begrepen?

1. Er .........(wohnen) in Deutschland.

2. (wie)......... ist der Mann?

3. Wir ......... (sein) nach Berlin gefahren.  

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!