Werkwoordspelling havo 1 les 3

Werkwoordspelling les 3
- PV TT
- PV VT
- VD
Nu door elkaar!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling les 3
- PV TT
- PV VT
- VD
Nu door elkaar!

Slide 1 - Diapositive

Waaraan herken je een VD?

Slide 2 - Carte mentale

PV of VD?
Hoe weet je of het een PV of een VD is?
Een PV verandert in de zin als je de TIJDSPROEF doet.

Een VD verandert niet bij een tijdproef en daar staat een HWW van hebben - zijn - worden ook in de zin.

Slide 3 - Diapositive

Even oefenen
In de vakantie deelde ik al mijn foto's met mijn klasgenoten.

* In de vakantie deel ik al mijn foto's met mijn klasgenoten.

Het werkwoord verandert als ik de tijd verander,
dus is het een PV.

Slide 4 - Diapositive

Even oefenen
In de docentenkamer hebben de docenten smaken Cup a Soup gekozen om de middag door te komen.

In de docentenkamer hadden de docenten smaken Cup a Soup gekozen om de middag door te komen.

Het werkwoord gekozen verandert niet als ik de tijd verander, wel zie ik een HWW van hebben, dus is het een VD.

Slide 5 - Diapositive

1. De journalisten...(vermoeden) gisteravond al dat er iets gebeurd was.
A
vermoeden - PV VT
B
vermoedden - PV VT
C
Vermoedde - PV VT
D
vermoeden - VD

Slide 6 - Quiz

2. Damian heeft vanmorgen nog geld ... (pinnen) bij de bank.
A
gepint- VD
B
gepind- VD
C
gepint- PV VT
D
gepint - VD

Slide 7 - Quiz

3. De tsunami ... (verwoesten) vorig jaar de dorpjes langs de kust.
A
verwoestte - PV VT
B
verwoestte - VD
C
verwoeste - VD
D
verwoest - PV TT

Slide 8 - Quiz

4. Remy ... (fronsen) haar voorhoofd toen ze de vraag op het bord zag staan.
A
fronsde - PV VT
B
fronsden - PV VT
C
fronst - PV TT
D
fronste - PV VT

Slide 9 - Quiz

5. De voetballer schreeuwde luid toen hij een doelpunt had ... (scoren).
Noteer het juiste werkwoord en geef aan of het een PV of VD is.

Slide 10 - Question ouverte

6. Ik ... (durven) niet te kijken toen ik hoorde dat de keeper de bal had gemist.

Slide 11 - Question ouverte

7. Het vreemde voertuig werd nog lang ... (nastaren).

Slide 12 - Question ouverte

8. Het heeft mij niet ... (verbazen) dat Pieter te laat kwam.

Slide 13 - Question ouverte

9. Felice heeft haar abonnement op het glamourblad ... (verlengen).

Slide 14 - Question ouverte

10. De snelle jongen ... (snowboarden) soepel de berg af toen hij zag dat hij werd gefilmd.

Slide 15 - Question ouverte

11. Vandaag ....(downloaden) Thijs het nieuwe seizoen van zijn favoriete serie.

Slide 16 - Question ouverte

Even verder oefenen
https://www.cambiumned.nl/werkwoordspelling/persoonsvorm-tegenwoordige-tijd/

oefening 4
oefening 5

Slide 17 - Diapositive