LE5 - week 3

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Lekker Rekenen!

Pen en papier

Rekenmachine

Rekenkaart

Leerdoelen

- Oud totaal uitrekenen

 - Procentuele verandering uitrekenen

- Meervoudige afname en toename: nieuw totaal, verandering of procentuele verandering uitrekenen

- Berekening noteren

Pak pen en papier

- maak rekensommen als nodig

- schrijf de antwoorden op

Rekenstrategieën

- Rekenen met procenten via 1%.

- Verhoudingstabel

1. Titiana koopt 2 shirts met 20% korting.
Zonder korting kosten de shirts € 16,95 per stuk.

Hoeveel moet Titiana in totaal betalen voor de shirts?

2. Een luchtvaartmaatschappij vervoerde in maart in totaal 6,1 miljoen passagiers.
In april was het aantal passagiers dat met de luchtvaartmaatschappij vliegt met 5% gestegen.

Hoeveel miljoen passagiers had de luchtvaartmaatschappij in april?
Rond het antwoord af op één decimaal.

3. Paulien krijgt 20% korting op de rok.

Hoeveel moet Paulien betalen voor de rok?

4. Jeroen krijgt 12% korting op de normale prijs van een scooter.
De normale prijs van de scooter is € 2.999.

Hoeveel betaalt Jeroen voor de scooter?

5. Theresa krijgt 33% korting op de jas.

Hoeveel moet Theresa betalen voor de jas?

Rekenstrategieën

1. Bekijk de titel.

2. Bekijk de koppen of titels van verschillende onderdelen.

3. Bekijk hoe er gebruik is gemaakt van beeld, kleuren en lijnen.

6. Marleen koopt een zonnebril.
Zonder korting kost de bril € 24,20.

Hoeveel moet Marleen betalen?

7. Hoeveel kost de laptop inclusief btw?

8. Henk gaat op maandag naar de kapper.
Zonder korting kost de behandeling € 11,80.

Hoeveel moet Henk betalen?

9. Alba koopt 12 mini-cupcakes.

Hoeveel moet Alba betalen?

10. Lars krijgt 12% korting op het horloge.

Hoeveel moet hij betalen?

Rekenstrategieën

1. Bekijk de titel.

2. Bekijk de koppen of titels van verschillende onderdelen.

3. Bekijk hoe er gebruik is gemaakt van beeld, kleuren en lijnen.

11. Sophie wint de bieding met een bod van € 122,06.

Hoeveel procent meer dan de oorspronkelijke prijs betaalt Sophie voor de jurk?

12. Hoeveel procent korting krijg je op de fiets?
Rond het antwoord af op één decimaal.

13. Aan het begin van de film is de bioscoopzaal helemaal gevuld.
Aan het einde van de film zitten er nog 174 mensen in de zaal.
Met hoeveel procent is het aantal mensen in de zaal gedaald?

14. Sanne koopt een flesje parfum dat is afgeprijsd van € 121,78 naar € 89,30.

Hoeveel procent korting krijgt Sanne op de parfum?
Rond het antwoord af op hele procenten.

15. Met hoeveel procent is het aantal elektrische brom- en snorfietsen in Nederland gestegen?
Rond het antwoord af op hele procenten.

16. Het Amstelhotel bestond vroeger uit 111 kamers.
Tijdens een verbouwing zijn deze omgebouwd tot 79 kamers.

Met hoeveel procent is het aantal kamers gedaald?
Rond het antwoord af op één decimaal.

17. Hoeveel procent korting krijg je op de bank?

18. Myrthe volgt een trainingsprogramma voor gewichtheffen.
Na 3 maanden trainen kan ze 49 kg tillen.
Voor ze begon met trainen was dat 14 kg minder.

Met hoeveel procent is het gewicht dat Myrthe kan tillen toegenomen?

19. Hoeveel procent duurder is het ticket op lastminuteticket.nl dan de originele ticketprijs?

20. Ed krijgt € 17,50 korting op de bokshandschoenen.

Hoeveel procent korting krijgt Ed?
Rond het antwoord af op hele procenten.