Weektaak 49 2G1 LTC

Weektaak
1. Vertalen 7A: 5-11
2. Maak vragen LessonUp 7A r5-11
3. Leren rijtjes rex/fortis
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Weektaak
1. Vertalen 7A: 5-11
2. Maak vragen LessonUp 7A r5-11
3. Leren rijtjes rex/fortis

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen deze week
-zelfst nw en bijv nw uit groep 3 herkennen en benoemen
-groep 3 onderscheiden van groep 1 en 2 

Slide 2 - Diapositive

vrijdag 4 dec
1.5 min lezen (10 min)
2. bespreken hybride onderwijs (10 min)
3. herhalen rijtjes (5 min)
4. bespreken 7A: 5-8 (15 min) 
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

7A: 5-6
In vivario murenae erant, quae sanguine hominum

 saginabant.

Slide 5 - Diapositive

vivario: welke naamval en waarom?
A
dat, meew. vw
B
acc, vanwege 'in'
C
gen van bezit
D
abl, vanwege 'in'

Slide 6 - Quiz

sanguine: uit welke groep komt dit woord?
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 7 - Quiz

hominum: wat is de nominativus enkelvoud?

Slide 8 - Question ouverte

7A: 7-8
Quodam die Pollio imperatorem Augustum, amicum

 suum, ad cenam invitavit.

Slide 9 - Diapositive

imperatorem: welke naamval?
A
acc
B
abl
C
gen
D
dat

Slide 10 - Quiz

invitavit: welke tijd?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum

Slide 11 - Quiz

Augustum: wie wordt hiermee bedoeld?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

7A: 8-9
Dum amici cenant,

 unus ex servis Pollionis imprudens crystallinum fregit.

Slide 14 - Diapositive

Welk(e) woord(en) worden uit r.8-9 horen in groep 3?

Slide 15 - Question ouverte

fregit: welke tijd?
A
praesens
B
perfectum
C
imperfectum

Slide 16 - Quiz

in welke naamval staat servis en waarom?

Slide 17 - Question ouverte

7A: r. 10-11
Pollio, quia valde iratus erat, alios servos illum in

 vivarium inicere iussit.

Slide 18 - Diapositive

Wat is de bijzin?

Slide 19 - Question ouverte

vivarium: welke naamval en waarom?
A
acc, lijdend voorwerp
B
abl, vanwege 'in'
C
acc, vanwege 'in'
D
gen.mv.

Slide 20 - Quiz

Huiswerk maandag 7 dec:
7A: vertalen en vragen maken r.8-11

Slide 21 - Diapositive