Voorzetsels 3de naamval
1 / 15
La durée de la leçon est: 5 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
vertaal:
uit
uit
Slide 3 - Question ouverte
vertaal:
bij
bij
Slide 4 - Question ouverte
vertaal:
met
met
Slide 5 - Question ouverte
vertaal:
na, naar
na, naar
Slide 6 - Question ouverte
vertaal:
sinds
sinds
Slide 7 - Question ouverte
vertaal:
van
van
Slide 8 - Question ouverte
vertaal:
naar (personen & dingen)
naar (personen & dingen)
Slide 9 - Question ouverte
Wat bepalen de voorzetsels "aus, bei, mit, nach, seit, von, zu"?
A
Dat het zinsdeel in de 3de naamval staat.
B
Dat de hele zin in de 3de naamval staat.
C
Dat het zinsdeel in de 4de naamval staat.
D
Dat de hele zin in de 4de naamval staat.
Slide 10 - Quiz
Ich komme aus (de)..... Niederlanden(mv).
Slide 11 - Question ouverte
Mit (een)..... Fußball(m) spiele ich gerne.
Slide 12 - Question ouverte
Nach (jou)..... bin ich.
Slide 13 - Question ouverte
Zu (deze)..... Ort(m) komme ich gerne.
Slide 14 - Question ouverte
Wir treffen uns bei (de)..... Tankstelle(v).
