2020-11-10 - Voorbereiding reanimatie / AED-training

Voorbereiding voor de reanimatie / AED herhaling
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBOPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding voor de reanimatie / AED herhaling

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat deze les over:

  • Extra informatie over de pacemacker en de ICD
  • Toetsing over de reanimatie / AED handelingen
  • Reanimatie / AED tijdens een pandemie

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Pacemakers en ICD’s

Slide 4 - Diapositive

Het gezonde hart
De natuurlijke pacemaker is de sinusknoop
. Gelokaliseerd in de rechter boezem
. Zend elektrische pulsjes van de boezem naar de kamers, die dan samentrekken

Slide 5 - Diapositive

Wat gebeurd er als de sinusknoop hapert?



  • Bloed kan dan onvoldoende circuleren
  • We hebben een vervangende gangmaker nodig

Slide 6 - Diapositive

Wie heeft een pacemaker nodig?

  • Patiënten met een traag of onvoldoende hartritme.
  • Hartfalen (te kortschietende pompfunktie)

Slide 7 - Diapositive

Waar bestaat een pacemakersysteem uit?

  • Generator
  • Geleiden draad

Slide 8 - Diapositive

Internal Cardioverter Defibrillator


Doel:
Herkennen en behandelen van
levensbedreigende snelle
kamerritmestoornissen

Slide 9 - Diapositive

Wie heeft een ICD nodig?

Patiënten tachycardie (levensbedreigend):

Tachycardie is een snel hartritme in rust van meer dan 100 slagen per minuut, oplopend tot 300 slagen per minuut. 
Met als gevolg hartstilstand 

Slide 10 - Diapositive

Wie heeft een ICD nodig?
  • Overlevers van een out of hospital cardiac arrest
Jaarlijks vinden in ons land ongeveer 1.900 succesvolle reanimaties plaats na een hartstilstand buiten het ziekenhuis, deze noemd men ook wel Out of Hospital Cardiac Arrest (OHCA). 
 

Slide 11 - Diapositive

Wie heeft een ICD nodig?
  • Hartfalenpatiënten met een sterk verminderde Linkerkamerrestfunkie ( EF% < 35%)
  • Gendragers met verhoogde kans op levensbedreigende ritmestoornis

Slide 12 - Diapositive

Wie heeft een ICD nodig?
  • Belangrijke kamerritmestoornis ( bv na doorgemaakt hartinfarct in het verleden)

Slide 13 - Diapositive

Waar bestaat een ICD uit?
  • Can: hardware
    , batterij, condensator
  • Shocklead
Wordt links geplaatst

Slide 14 - Diapositive

Verschil tussn ICD en S-ICD
In tegenstelling tot een ICD, waarbij draden via de aders in het hart worden
gevoerd en aan de hartwand worden bevestigd, wordt de elektrode van het S-ICD systeem net onder de huid geplaatst en niet in het hart; hierdoor blijven het hart en de aders onaangetast en intact.

Slide 15 - Diapositive

Waarom wordt een ICD over het algemeen links geplaatst?



Hier zit meer spierweefsel 
waarin geimplanteerd kan worden.

Slide 16 - Diapositive

Loop je gevaar als je een patiënt met een ICD reanimeert en de ICD geeft een shock af?




Nee Een ICD geeft 2 tot max 40 J af
Een AED geeft max 360 J af

Slide 17 - Diapositive

Moet een patiënt met een ICD gereanimeerd worden?



Normaal gesproken niet,
indien er wel een reanimatie noodzakelijk is, de AED op dezelfde manier
gebruiken als bij niet ICD dragers

Slide 18 - Diapositive

Plakken van pads,
waar?
2 uitzonderingen
  • ICD rechts geplaatst
  • S-ICD

Slide 19 - Diapositive

Opfrissen van de 
reanimatie/AED handelingen


Hierna volgen wat vragen om alles weer even op te frissen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Hoevaak heb je een 2de keer nodig gehad om verder te kunnen gaan?

Slide 22 - Question ouverte

Waarop ligt de nadruk bij reanimatie?
A
Beademen
B
Borstcompressies
C
Bewustzijn controleren
D
Bloedsomloop controleren

Slide 23 - Quiz

Wat moet je NIET doen voor je met het reanimeren start?

A
1-1-2 bellen
B
Het slachtoffer verplaatsen naar de begane grond
C
Huisdieren opsluiten, de voordeur open zetten en het licht aan doen.
D
De ademhaling en het bewustzijn controleren.

Slide 24 - Quiz

Hoe lang moet de ademhaling gecontroleerd worden?


A
10 seconden
B
5 seconden
C
Tot je zeker bent van wel of geen ademhaling
D
Tot de AED er is

Slide 25 - Quiz

Wat is de goede verhouding tussen borstcompressies / beademingen?
A
20 / 5
B
2 / 30
C
15 / 2
D
30 / 2

Slide 26 - Quiz

Stelling 1: Iedere eerstehulpverlener (EHBO'er) mag een beademingsballon gebruiken.

Stelling 2: Een eerstehulpverlener (EHBO'er) mag niet reanimeren zonder een beademingsmasker of beademingsdoekje.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 27 - Quiz

Hoe diep moet de borstkas worden ingedrukt?
A
10 cm
B
5-6 cm
C
4-5 cm
D
Op het gevoel

Slide 28 - Quiz

Wat is de frequentie van de borstcompressies?
A
30 keer in 2 minuten
B
Zo snel als je kan
C
100 keer per minuut
D
100 - 120 keer per minuut

Slide 29 - Quiz

Wat is GEEN reden om een reanimatie te stoppen?
A
Het slachtoffer geeft duidelijke geen tekenen van leven
B
Je denkt dat het geen zin meer heeft
C
Je bent volledig uitgeput
D
Het ambulancepersoneel zegt dat je kan stoppen

Slide 30 - Quiz

Als je met 2 hulpverleners bent:
A
Moet je om de 2 minuten wisselen
B
Kan 1 reanimeren en de ander op de ambulance opwachten
C
Gaat 1 beademen en 1 geeft borstcompressies
D
Moet je bepalen wie het best kan helpen

Slide 31 - Quiz

Stelling 1: Iedere eerstehulpverlener (EHBO'er) mag een beademingsballon gebruiken.

Stelling 2: Een eerstehulpverlener (EHBO'er) mag niet reanimeren zonder een beademingsmasker of beademingsdoekje.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 32 - Quiz

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona


Veiligheid voor jezelf en het slachtoffer. De eerste stap bij het verlenen van eerste hulp is zorgen voor je eigen veiligheid en veiligheid van het slachtoffer. 

Slide 33 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona


Bel bij een reanimatiesituatie altijd 112! De centralist vertelt je wat je moet doen. De meldkamer heeft aanvullende richtlijnen gekregen om de juiste instructies te geven bij reanimatie tijdens de COVID-19 pandemie.

Slide 34 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona


Als jij of iemand in jouw huishouden ziek is, of als je in een risicogroep valt, kan je beter niet reanimeren om kans op besmetting te verkleinen. Bel altijd 112 en volg de instructies.

Slide 35 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona


Vaststellen van normale ademhaling:
In plaats van te kijken, luisteren en voelen, moet je als hulpverlener nu alleen kijken om vast te stellen of een slachtoffer nog ademt.

Slide 36 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona


Geen mond-op-mondbeademing:  

Als je gaat reanimeren, geef dan geen mond-op-mond beademing. Geef wel borstcompressies en gebruik ook een AED als die er is.

Slide 37 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona



Gebruik geen middelen ter bescherming bij mond-op-mondbeademing, zoals pocket mask of kiss-of-life. Deze zijn niet veilig.

Slide 38 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona

Geen borstcompressies bij iemand die (vermoedelijk) COVID-19 positief is
Wanneer je vermoedt dat iemand besmet is met het coronavirus, geef dan ook geen borstcompressies. Bel 112 en volg de instructies. Je mag wel een AED gebruiken.

Slide 39 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona


Baby’s en kinderen:
Wanneer baby’s of kinderen gereanimeerd moeten worden, is het advies om hen te reanimeren zoals normaal gesproken. 

Slide 40 - Diapositive

Richtlijnen voor reanimatie tijdens corona

Baby’s en kinderen:
Bij baby’s en kinderen is mond-op-mondbeademing nog mogelijk en ook het geven van borstcompressies wordt geadviseerd. Overigens komen baby- en/of kinderreanimaties gelukkig zelden voor.

Slide 41 - Diapositive