Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat moet bij het gelijknamig maken van breuken gelijk zijn?
A
De tellers
B
De noemers
Slide 2 - Quiz
Gelijknamig maken:
en
81
43
A
82en82
B
162en86
C
81en86
D
81en83
Slide 3 - Quiz
Gelijknamig maken: en
53
101
A
106en101
B
103en101
C
53en51
D
109en102
Slide 4 - Quiz
Gelijknamig maken. welke noemer van je beide breuken
en
31
21
A
8
B
6
C
4
D
10
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Breuken optellen
83+21
A
104
B
84
C
85
D
87
Slide 7 - Quiz
Breuken optellen
52+43=
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203
Slide 8 - Quiz
Breng de helen onder de breuk
292+31=
A
292+93
B
920+31
C
918+93
D
922+31
Slide 9 - Quiz
Maak de volgende sommen in je schrift en maak van deze uitwerking een foto die je in de volgende dia als antwoord moet uploaden. Werk de som netjes uit. (helen onder de breuk brengen gelijknamig maken en helen er weer uithalen / vereenvoudigen)
132+241=
341−283=
221+273=
151−58=
Slide 10 - Diapositive
Maak nu een foto van je uitwerking van de vorige dia (dia 10). Als je meerdere foto's nodig hebt kan dat.